Ogen gericht op inflatiecijfers VS en Eurozone
Arbeidsproductiviteit speelt een cruciale rol in de inflatiedoelstellingen van de Fed en ECB.
Arbeidsproductiviteit speelt een cruciale rol in de inflatiedoelstellingen van de Fed en ECB.
In het kort
- Stijging arbeidsproductiviteit compenseert gestegen lonen
- Verwachting eerste renteverlaging eurozone blijft eind eerste helft van het jaar
- Chinese centrale bank verlaagt beleidstarief, impact op vastgoedmarkt twijfelachtig
Vanuit de VS krijgen we donderdag de PCE-index (Personal Consumption Expenditures) over de maand januari. Deze PCE is voor de Federal Reserve (Fed) de belangrijkste inflatiebarometer.
Ter herinnering, die andere barometer, de CPI (Consumer Price Index), leverde eerder een teleurstellend signaal af. Volgens deze maatstaf bleef de kerninflatie in januari hangen op 3,9%, hetzelfde niveau als een maand eerder. Ook de onderliggende prijsmetingen bij de PMI-aankoopmanagersindices vertonen weer een opwaartse trend.
Hoewel dit de kans op een hapering in de neerwaartse trend van de PCE vergroot, blijft de inflatie nog steeds op weg naar de doelstelling van 2%.
Er waren echter een aantal elementen in de CPI die de wenkbrauwen doen fronsen. zoals de verdachte stijging in de woonkosten. Wellicht zal hun bijdrage de komende maand normaliseren. Hetzelfde geldt voor de bijdrage van medische kosten.
Een stijging van de arbeidsproductiviteit is de voornaamste reden waarom wij ervan uit kunnen gaan dat inflatie geen belemmering zal vormen voor een renteverlaging aan het eind van de eerste helft van het jaar. Die levert compensatie voor de ondertussen gestegen lonen.
Europese loondruk
Inflatie is ook een punt van aandacht in de eurozone. We hebben afgelopen week informatie over de CAO-lonen ontvangen. Deze lagen in het laatste kwartaal van afgelopen jaar 4,5% hoger dan in dezelfde periode in 2022. Hoewel deze toename minder sterk was dan in het voorgaande kwartaal (+4,7%), wijst dit er nog steeds op dat de Europese arbeidsmarkt gespannen blijft.
De ECB is uiterst gefocust op het loonverloop. Het is één van de belangrijkste argumenten voor de terughoudendheid om het concreet over renteverlagingen te hebben. Dat werd nog een keer bevestigd in de notulen van de beleidsbijeenkomst van januari.
We verwachten echter dat de eerste renteverlaging tegen het einde van de eerste helft van het jaar zal plaatsvinden. Bijvoorbeeld omdat de meest recente CAO-rondes aangeven dat de loondruk geleidelijk afneemt. Of vanwege het zwakke economische momentum.
Toch zijn er een aantal zaken om in de gaten te houden. De PMI-aankoopmanagersindex uit de dienstensector suggereert dat ook in de eurozone de prijsdruk blijft aanhouden. In tegenstelling tot in de VS biedt de Europese productiviteit geen compensatie voor de hogere loonkosten. Dit suggereert dat de ECB mogelijk meer dan de Fed zal aarzelen om een monetaire versoepeling door te voeren.
Europese verbetering
Verder verwachten we de ESI (Economic Sentiment Indicator) van de Europese Commissie. Deze zal waarschijnlijk niet spectaculair zijn, maar er is mogelijk een kleine vooruitgang, net zoals we zagen bij de PMI-aankoopmanagersindex.
In de VS zal de ISM manufacturing index, ook wel de PMI (Purchasing Managers' Index) genoemd, worden vrijgegeven. Vorige maand zag deze index een aanzienlijke groei, een indicatie van de veerkracht van de Amerikaanse economie.
Ook de persoonlijke bestedingen droegen bij aan de positieve cijferstroom. Dit is mede te danken aan de sterke arbeidsmarkt. We verwachten een iets gematigder cijfer voor de uitgaven van januari (publicatie op donderdag). We weten al dat de detailhandelsverkopen enigszins tegenvielen. Dit is niet ongewoon, gezien de sterke prestaties in de laatste maanden van 2023 en het slechte weer.
Chinese rente lager
Tot slot zijn er nog de NBS-aankoopmanagersindices vanuit China. We verwachten weinig beweging.
De PBOC (Chinese centrale bank) verlaagde haar 5-jarig beleidstarief, voornamelijk om de vastgoedmarkt te ondersteunen. Het is echter twijfelachtig of deze maatregel veel impact zal hebben. Om de vastgoedsector te ondersteunen en het vertrouwen van (potentiële) kopers te herstellen, is eerder rechtstreekse financiële (fiscale) steun nodig.
De initiële reactie van de Chinese beurzen op de renteverlaging was dan ook gematigd. Later in de week kwam er echter alsnog een reactie, mede door de hoop dat er meer ondersteunend monetair of fiscaal beleid op komst is.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 26 februari tot en met 01 maart |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
VS |
Orders duurzame goederen MoM |
Jan |
-4,0% |
Woensdag |
Eurozone |
Economic Sentiment |
Feb |
96,6 |
|
|
BBP QoQ (jaarbasis, 2° schatting) |
4Q23 |
3,3% |
Donderdag |
VS |
PCE-inflatie MoM |
Jan |
0,3% |
|
|
PCE kern-inflatie MoM |
Jan |
0,4% |
|
|
Persoonlijk inkomens |
Jan |
0,3% |
|
|
Persoonlijke bestedingen |
Jan |
0,1% |
Vrijdag |
China |
NBS Manufacturing |
Feb |
49,3 |
|
|
NBS Non-Manufacturing |
Feb |
50,8 |
|
|
Caixin Manufacturing PMI |
Feb |
50,9 |
|
Eurozone |
CPI-inflatie YoY (flash) |
Feb |
2,5% |
|
|
CPI kern-inflatie YoY (flash) |
Feb |
2,9% |
|
|
ISM Manufacturing |
Feb |
49,5 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen