22 april 2024

Inflatie en onrust in het Midden-Oosten grote zorg voor beleggers

Een veerkrachtige Amerikaanse economie, hardnekkige inflatie en onrust in het Midden-Oosten leiden tot volatiliteit op de financiële markten.

Een veerkrachtige Amerikaanse economie, hardnekkige inflatie en onrust in het Midden-Oosten leiden tot volatiliteit op de financiële markten.

 

In het kort

  • Spanningen in het Midden-Oosten heeft mogelijke impact op de olie- en energieprijzen
  • Verstoringen op de energiemarkt kan leiden tot meer inflatie
  • Economie VS bijft sterk, industriële productie en detailhandelsverkopen zetten druk op de Fed's plannen

Beleggers waren afgelopen week in de ban van de geopolitiek en, wederom, de veerkrachtige Amerikaanse economie. Betreffende de geopolitiek rijst de vraag in welke mate een mogelijke escalatie in het Midden-Oosten kan leiden tot verstoringen op de energiemarkt. Dit kan gevolgen hebben voor de mondiale economische groei, inflatie en rente. Een vuistregel is dat een stijging van de olieprijs met tien procent de inflatie in ontwikkelde economieën met 0,1 tot 0,2 procentpunt verhoogt.

 

Geopolitiek relativeren

Geen van beide partijen, Iran en Israël, lijkt uit te zijn op een verdere escalatie. Iran minimaliseert bijvoorbeeld de Israëlische vergeldingsactie van afgelopen vrijdag. Deze actie had eerder de intensiteit van een politiek signaal dan van een militaire actie. Dat verklaart wellicht de gematigde reactie van de olieprijs. Afgelopen week daalde de olieprijs zelfs met ongeveer drie procent.

In een ruimere context zijn er nog steeds de productiebeperkingen van OPEC+ die een rol spelen. Deze productiebeperkingen bedragen ongeveer vier miljoen vaten per dag. Dit komt ongeveer overeen met het productievolume van Iran. Als de olieprijs sterk stijgt, is er voldoende vrije productiecapaciteit beschikbaar om deze stijging te beperken of te reduceren. Er is echter geen garantie dat OPEC+ in een dergelijke situatie zal besluiten te handelen. Toch is er een reële kans op actie, gezien het wereldwijde matige groeimomentum.

Dit is ook benadrukt door het IMF in de recente update van de World Economic Outlook. Extreem hoge energieprijzen zouden deze situatie slechts versterken. Dit zou uiteindelijk ook nadelig zijn voor olieproducenten. Kortom, het is logisch en begrijpelijk dat de geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten beleggers bezighouden. Maar op dit moment lijkt vanuit een economische bril een relativerende houding het meest aangewezen. Dit is gebruikelijk bij het inschatten van het uiteindelijke financiële effect van politieke risico’s.

 

Een genuanceerder beeld van inflatie

En wat betreft de andere zorg van de markten, de veerkrachtige Amerikaanse economie? Deze veerkracht werd afgelopen week opnieuw onderstreept door recente cijfers over de industriële productie en de detailhandelsverkopen. Deze resultaten zaaiden opnieuw twijfel over de verwachte renteverlagingen door de Federal Reserve en dreven de langetermijnrente omhoog.

Fed-voorzitter Powell gaf ook voorzichtigere commentaren over de verwachte monetaire versoepelingen. De recente inflatiecijfers bieden nog te weinig zekerheid dat de inflatie duurzaam zal dalen naar de 2%-doelstelling.

Aanstaande vrijdag ontvangen we de PCE-prijsbarometer voor de maand maart. We verwachten dat deze een genuanceerder beeld zal geven. Dit beeld zal naar verwachting gematigder zijn dan dat van de andere inflatie-index, de CPI. In deze laatste nemen medische kosten een prominentere rol in. Vooral deze kosten waren grotendeels verantwoordelijk voor de recente, hoger dan verwachte uitkomst. Indien deze verwachting uitkomt, kunnen de markten daar wellicht moed uit putten.

 

Bedrijfswinsten

Verder blijft de groei van de Amerikaanse economie sterk. De groei in het eerste kwartaal wordt geschat op ongeveer 3%. Deze schatting zal donderdag bevestigd moeten worden bij de eerste evaluatie.

Belangrijke economische indicatoren, zoals de Manufacturing PMI die morgen gepubliceerd wordt, lieten dit jaar ook enige verbetering zien. Maar de vraag is of beleggers dit echt negatief moeten zien, aangezien het slechts de verwachte renteverlagingen zou uitstellen? Zoals eerder vermeld, betekent uitstel niet noodzakelijkerwijs afstel. Belangrijker is dat de dat de goede gang van zaken een gunstig effect heeft op de bedrijfswinsten.

De verwachtingen voor de resultaten van het eerste kwartaal, die binnenkort worden gepubliceerd, zijn relatief laag. Bovendien neemt het aantal positieve bijstellingen van de verwachtingen voor heel 2024 geleidelijk toe ten opzichte van de negatieve. Uiteindelijk zijn dit de factoren die de markten stimuleren. Dit geldt ongeacht of de rente nu wat eerder of later daalt.

 

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 22 april tot

en met 26 april

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Maandag

Eurozone

Consumentenvertrouwen (flash)

Apr

-14,9

Dinsdag

Eurozone

Manufacturing PMI (flash)

Maa

46,1

 

 

Services PMI (flash)

1Q24

51,5

 

VS

Manufacturing PMI (flash)

Maa

52,0

 

 

Services PMI (flash)

Maa

51,8

Woensdag

Duitsland

IFO

Apr

87,8

 

VS

Orders duurzame goederen MoM

Maa

-1,2

Donderdag

VS

BBP QoQ  (op jaarbasis)

1Q24

2,8%

Vrijdag

VS

PCE-inflatie MoM

Maa

0,3%

 

 

PCE kern-inflatie MoM

Maa

0,3%

 

 

Persoonlijke inkomens MoM

Maa

0,4%

 

 

Persoonlijke bestedingen MoM

Maa

0,3%

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen