6 mei 2024

Fed: van zeven naar één renteverlaging

De Federal Reserve, het Amerikaanse arbeidsmarktrapport en bedrijfsresultaten domineren de beurshandel.

De Federal Reserve, het Amerikaanse arbeidsmarktrapport en bedrijfsresultaten domineren de beurshandel.

 

In het kort

  • Jerome Powell ziet geen ruimte voor renteverhogingen dit jaar
  • Aandelen profiteren van sterke bedrijfscijfers
  • De Chinese economie presteerde relatief goed in eerste kwartaal

 

Financiële markten

  • Van zeven naar één renteverlaging, maximaal twee. Dat is de weg die beleggers sinds begin dit jaar hebben afgelegd voor het aantal verwachte renteverlagingen door de Federal Reserve (Fed).
     
  • Dat weerspiegelt zich ook in het verloop van de langetermijnrente. Aan het begin van 2024 bedroeg het tienjarige rentetarief in de VS 3,9%, maar dit is inmiddels gestegen naar 4,5%. In Duitsland steeg de vergelijkbare rente van 2,0% naar 2,5%.
     
  • Een verdere stijging van deze renteniveaus verwachten we niet. In de eurozone zijn de recentste inflatiecijfers weliswaar ‘kleverig’, net als in de VS, maar ze lijken een renteverlaging door de ECB in juni niet in de weg te staan. Denk aan de diensteninflatie die in april afbrokkelde van 4,0% naar 3,7%. Wat de Amerikaanse rente betreft, hebben beleggers er zich bij neergelegd dat de Fed nog even de kat uit de boom kijkt.
     
  • Dat laatste bleek afgelopen week bijvoorbeeld uit de marktreactie op de Fed-beleidsmeeting. Markten waren al tevreden dat Powell verdere verhogingen van de rente als onwaarschijnlijk bestempelde, terwijl ze een paar maanden geleden waarschijnlijk teleurgesteld zouden zijn geweest als er niets concreets gezegd was over de timing van versoepelingen.
     
  • Aandelen krijgen ondertussen steun van de bedrijfscijfers over het eerste kwartaal. In de VS heeft ongeveer 70% van de S&P500-ondernemingen gerapporteerd, met een gemiddelde winsttoename van 7% (exclusief energie). In bijna 80% van de gevallen overtreft die winst de verwachtingen. In Europa is het winstmomentum gematigder (-3%, eveneens exclusief energie), conform het verschil in economische dynamiek. Desondanks slagen meer dan de helft van de bedrijven erin om de vooraf gestelde lat te overtreffen.

 

Macro-economie

Verenigde Staten

  • Ook het Amerikaanse arbeidsmarktrapport kreeg op financiële markten een gunstig onthaal. De maand april creëerde 175.000 nieuwe banen, wat onder de verwachtingen lag (243.000). Het gemiddelde uurloon steeg slechts met 0,2% ten opzichte van de maand voordien.
     
  • Dit rapport countert de nervositeit die eerder was ontstaan omdat lonen in het eerste kwartaal nog tamelijk sterk waren opgelopen met meer dan 4%. Niet dat een dergelijk tempo echt vervelend hoeft te zijn als werknemers tegelijkertijd productiever worden, maar het gaf de financiële markten toch een enigszins onbehaaglijk gevoel. Het arbeidsmarktrapport nam dat weg: aandelen stegen, de (lange) rente daalde en de dollar verzwakte.
     
  • De afkoeling van de arbeidsmarkt doet de hoop op renteverlagingen door de Fed toenemen. Zoals eerder aangehaald, hoeft uitstel geen afstel te betekenen

 

Eurozone

  • Morgen verwachten we de kleinhandelsverkopen over de maand maart. In tegenstelling tot hun Amerikaanse 'collega's' blijft de Europese consument terughoudend. De extra opgebouwde spaarmiddelen tijdens de pandemie staan in Europa nog netjes op de spaarrekening of zijn wellicht belegd.
     
  • In Europa is er weinig economische groei te verwachten vanuit de consumptie. Dit ondanks de lichte tekenen van herstel in de Europese economie die in het eerste kwartaal enigszins beter dan verwacht presteerde (+0,3% in plaats van +0,2%).

 

China

  • In het eerste kwartaal presteerde de Chinese economie relatief goed (+5,3%), voornamelijk dankzij de export van elektrische voertuigen. Komende donderdag verwachten we de internationale handelscijfers (import & export) over de maand april. Op basis van de signalen uit de PMI-aankoopmanagersindices, met name de nieuwe orders, zal ook die maand degelijk zijn geweest.
     
  • Uiteindelijk moet de binnenlandse dynamiek echter een paar tandjes hoger. Het relatieve succes van Chinese exporteurs hangt nauw samen met het hanteren van lagere prijzen. Er zit echter een grens aan deze strategie, zoals geïllustreerd wordt door de verkrapte winstmarges
     
  • Vooralsnog zijn er weinig signalen van een significante binnenlandse herneming. De vastgoedsector blijft zwak, het consumentenvertrouwen is laag, en de industrie kampt met overcapaciteit.
     
  • Fiscale impulsen kunnen de komende maanden enig positief tegengewicht bieden. Echter, grootschalige initiatieven om de binnenlandse consumptie aan te zwengelen, blijven uit.
     

 

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 06 mei tot

en met 10 mei

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Dinsdag

Eurozone

Kleinhandelsverkopen YoY

Maa

-0,3%

Donderdag

China

Export YoY

Apr

1,0%

 

 

Import YoY

Apr

6,0%

Vrijdag

VS

Consumentenvertrouwen (flash)

Mei

78,0

 

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen