5 augustus 2024

Onrust financiële markten neemt toe

Macro-economisch nieuws, monetair beleid en bedrijfsresultaten zorgen wereldwijd voor druk op de beurzen.

Macro-economisch nieuws, monetair beleid en bedrijfsresultaten zorgen wereldwijd voor druk op de beurzen.

 

In het kort

  • De centrale bank van Japan verhoogde afgelopen week voor de tweede maal de beleidsrente
  • Zorgen over economische groei in de VS en Europa
  • Wij zien op dit moment geen aanleiding om iets te veranderen aan ons beleggingsbeleid voor een gespreide portefeuille

Financiële markten beleven een volatiele periode. Met name de Japanse beurs heeft het moeilijk, met een Nikkei die vandaag een tiental procent inboet, maar ook in Europa en de VS zien wij lagere beurskoersen. Obligaties profiteren hier weer van. De langetermijnrente daalt, wat obligatiekoersen opdrijft en een welkome buffer biedt in een breed gespreide portefeuille.

 

Financiële markten

  • Per saldo sloot de S&P 500 afgelopen week 2,1% lager af. In Europa daalden de beurzen met 2,9% (Europe Stoxx 600). Tokyo droeg de rode lantaarn (Nikkei -4,7%). De enigszins onverwachte renteverhoging door de Bank of Japan verstevigde de yen, wat een neerwaarts effect had op Japanse aandelen. Voor buitenlandse beleggers is dit een bijna traditionele negatieve correlatie waar zij vaak rekening mee moeten houden.

 

  • Ook in bredere zin voelen financiële markten de impact van een ommekeer in het Japanse monetaire beleid. Naarmate de Japanse rente stijgt en de munt sterker wordt, is de zogenaamde ‘carry-trade’ immers minder aantrekkelijk. Deze transactie houdt in dat er goedkoop wordt geleend in yen en vervolgens elders wordt geïnvesteerd voor hogere (verwachte) rendementen. Als deze posities worden teruggedraaid impliceert dat tijdelijke verkoopdruk op internationale markten. Wellicht speelt dat ook een rol bij de toegenomen volatiliteit. Het is echter moeilijk om precies vast te stellen in welke mate dit het geval is.

 

  • Net als aandelenbeurzen vertoonden obligatiemarkten de nodige activiteit. Doorgevoerde en verwachte renteverlagingen door centrale banken, respectievelijk door de Bank of England en de Federal Reserve, duwden de langetermijnrentes over een breed front 20 tot 25 basispunten lager. Dit bood in een gespreide beleggingsportefeuille een welkome buffer voor de dalende aandelenkoersen. Een lagere rente betekent immers hogere obligatiekoersen.

 

  • De Federal Reserve (Fed) hield de beleidsrente onveranderd, maar de deur naar een monetaire versoepeling in september lijkt op meer dan een kier te staan. Herhaaldelijk wees voorzitter Powell op het dubbele mandaat van de Fed: enerzijds stabiele inflatie, anderzijds maximale werkgelegenheid. Voorheen lag de focus enkel op de eerste factor.

 

  • Initieel reageerden aandelenbeleggers enthousiast op dit monetaire vooruitzicht. Al snel vroegen ze zich echter af of de centrale bank niet achter de feiten aanloopt. Met andere woorden, of Powell en collega’s niet te ‘naïef’ zijn over de sterkte van de Amerikaanse economie en of ze nu al proactief het geld goedkoper zouden moeten maken. Een industriële ISM-aankoopmanagersindex die verder afdaalde in de krimpzone, van 48,5 naar 46,8, en een zwakker dan verwacht banenrapport versterkten deze twijfel. Ondanks dit alles kan (zal?) de Fed hierdoor over de streep getrokken worden om de volgende keer in te grijpen. Misschien met 50 basispunten, in plaats van de ‘traditionele’ 25.

 

  • De maand juni creëerde 114.000 nieuwe banen, ten opzichte van de verwachte 175.000. De werkloosheid steeg (4,3% werkloosheid tegenover 4,1% de maand voordien) en de lonen groeiden matig (+0,2% tegenover 0,3% verwacht). Allemaal goed vanuit een inflatiebril, maar markten hebben de laatste dagen vooral een groeibril op en die vinden zij een beetje wazig.

 

  • Wat betekent dit alles nu voor de vooruitzichten voor de tweede jaarhelft? Is er iets fundamenteel veranderd? Wellicht niet. De verwachting van minder Amerikaans groeimomentum is niets nieuws. Bovendien is enige relativering op zijn plaats. De NowCast van de Atlanta Fed, die een realtime inschatting bijhoudt van het economische momentum naarmate er data uitkomen, staat op 2,5% voor het derde kwartaal. Dat blijft degelijk. De werkloosheid loopt inderdaad op, maar dat komt in belangrijke mate door een toenemend arbeidsaanbod. Er vallen nog niet veel ontslagen. Bovendien werd het banencijfer van juli deels ‘vervuild’ door orkaan Beryl. Deze had een geschatte impact van 35.000 banen.

 

  • Ook het matige groeimomentum in de eurozone (+0,3% kwartaal op kwartaal) is niets nieuws. Dat de diensteninflatie langzaam afbrokkelt vergroot ook de kans dat de ECB in september een bijkomende neerwaartse rentestap zet. Hoewel dat een dubbeltje op zijn kant lijkt bij een diensteninflatie van nog steeds 4%.

 

  • Wat de bedrijfsresultaten betreft, is het plaatje best aanvaardbaar. In de VS overtreft 80% van de ondernemingen de verwachtingen. In Europa is dat 60%. Dit neemt niet weg dat cyclische sectoren die rechtstreeks afhangen van de consument wat minder scoren. Het zijn vooral defensievere spelers die het gemiddelde naar boven trekken. Dit is opnieuw geen verrassing, gezien de hierboven genoemde economische omstandigheden voor de VS en de eurozone. Globaal genomen is het momentum voor de verwachte bedrijfsresultaten over een horizon van twaalf maanden opwaarts gericht.

 

Ons beleggingsbeleid is ongewijzigd

  • Markten zijn nerveus. Onderliggend is er qua economische vooruitzichten en verwachte bedrijfsresultaten echter weinig veranderd, zodat wij op dit moment geen aanleiding zien om iets te veranderen aan ons beleggingsbeleid voor een gespreide portefeuille. Dat betekent een accent op aandelen, met als tegengewicht een stevige positie in Europese en Amerikaanse staatsobligaties.

 

 

Macro-economische ontwikkelingen

De (verwachte) cijfers

Verenigde Staten

  • Deze week is de macro-agenda matig gevuld, met vooral aandacht voor de ISM-aankoopmanagersindex uit de dienstensector. Afgelopen maand was deze met een score van 48,8 ronduit zwak. Tegelijkertijd bleef de soortgelijke PMI-index juist sterk presteren. Dit geeft dus een gemengd en ietwat onduidelijk beeld. Hoe dan ook, enige stabilisatie in de ISM, of zelfs een licht herstel, kan de eerder genoemde zorgen van beleggers over de gezondheid van de Amerikaanse economie verlichten.

 

Eurozone

  • In de eurozone worden de detailhandelsverkopen over de maand juni gepubliceerd. Wellicht komt er een matig cijfer uit de bus, maar voor de komende maanden verwachten wij een voorzichtig herstel. De Europese consument zal profiteren van stijgende reële inkomens. Gestegen lonen hebben grotendeels de hoge inflatie van de afgelopen twee jaar ingehaald. Daarnaast toont de consument weer belangstelling voor kredieten. Dit alles zorgt weliswaar niet voor een aanzienlijke stijging van de vraag en het consumentenvertrouwen blijft gematigd, maar er is toch een lichte vooruitgang te zien.

 

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 05 augustus tot

en met 09 augustus

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Maandag

VS

ISM Non-Manufacturing

Jul

51,0

Dinsdag

Eurozone

Kleinhandelsverkopen MoM

Jun

0,3%

Donderdag

China

Export YoY

Jul

7,8%

 

 

Import YoY

Jul

2,5%

 

Zie bijlage voor een verdere toelichting van Hoofdeconoom Luc Aben. 

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen