Afkicken van de gelddoping

In huize Horvest zijn de reflecties op het afgelopen jaar frequenter en diepgaander, merk ik. Het coronajaar 2020 geeft daar alle reden toe. Helaas zijn ook grotere zorgen over de toekomst een aanleiding. Zoon Yves en dochter Faye studeren binnenkort af. Stagelopen en het vinden van een baan zijn nu enorme uitdagingen. Mijn kinderen en hun vrienden ervaren dat Covid-19 hun vrijheid remt en ze vragen zich af wat de impact van de coronacrisis op hun toekomst is? Bij sommigen leidt dat zelfs tot depressiviteit.


Mijn zoon vraagt zich af of hij ooit een huis kan kopen? Gezien de waanzinnige huizenprijzen is dat een terechte vraag. Het hypotheekbedrag dat bij een modaal aanvangssalaris is te verkrijgen is verre van toereikend voor een starterswoning.


Ik houd mijn zoon voor dat – naast tal van factoren die de prijs van een huis bepalen – de huidige extreem lage rentestand de kwade genius is. De huizenprijs vertegenwoordigt al lang niet meer de bouw- en grondkosten, maar is vooral gebaseerd op iemands leencapaciteit. Simpel gesteld: iemand die bijvoorbeeld € 12.000 aan rentelasten per jaar kan dragen, kan bij een rentestand van 6% een hypotheek van € 200.000 krijgen. Bij een rentestand van 1,5% schiet dat bedrag – theoretisch – omhoog naar € 800.000.


Voeg daar de krapte op de woningmarkt aan toe. En beleggers die vanwege de lage spaarrente op de huizenmarkt duiken drijven de vraag naar en prijzen van huizen nog eens op. Het leidt tot een ongezonde prijsrally met mensen die elkaar sterk overbieden om een huis te kunnen kopen.


Yves is enigszins verbaasd over de getallen en vraagt wat er dan gebeurt bij een stijgende rente? Zakken de huizenprijzen dan in? Dat klopt, antwoord ik, waarschijnlijk met enige vertraging. Maar met een (fors) hogere rente houdt bijna geen econoom of analist rekening. Het extreem ruime geldbeleid van centrale banken lijkt tot in de eeuwigheid verankert, net als een lage inflatie voor producten en diensten.

Bizar in het kwadraat

Het geldscheppen door centrale banken en overheden is door corona ‘bizar in het kwadraat’. De totale schuldenlast van de wereldeconomie is inmiddels $ 280.000.000.000.000 groot ($280 triljard), grofweg 3 maal het mondiale bruto nationaal product (BNP). Alleen al in de afgelopen 20 jaar kwam er $ 200 triljard bij. En om die schuldexplosie in toom te houden is een (steeds) lagere rente noodzakelijk anders kunnen de geldleners simpelweg niet aan hun rente- en aflossingsverplichtingen voldoen en vallen ze vervolgens om.


Groei van de Amerikaanse geldhoeveelheid


Mijn dochter Faye mengt zich in het gesprek. Zij ‘ruikt sensatie’ en vraagt of te voorspellen is hoe het schuldenavontuur afloopt? Dat is onbekend, een dergelijk massaal geldexperiment zagen we niet eerder.


In het beste geval rekenen we op een succesvol coronavaccin en een sterker economisch herstel gaandeweg 2021. De komende jaren moeten we afkicken van de gelddoping en liefst schulden afbetalen. Overheden gaan bezuinigen en centrale banken trekken zich terug waardoor een zeer matige economisch groei en een blijvend lage beleidsrente volgen. De rente blijft laag, maar inflatie tast de waarde van spaargelden en pensioenen aan. Dat is een verlate coronarekening die we langdurig moeten verteren en dat jullie toekomstperspectief drukt, leg ik mijn kinderen uit.   

Als geld sterft

Yves wijst naar de salontafel, waarop het boek When Money Dies ligt dat ik aan het herlezen ben. Op de omslag staat een foto van straatvegers die ‘gewoon’ geld opvegen en weggooien. Hij vraagt wat daar gebeurt? Ik vertel over een geldexperiment in Duitsland 100 jaar geleden. Toen ‘overleed’ de Duitse Mark in korte tijd en verarmde de bevolking schrikbarend.


Het was een geldexperiment in een andere vorm dan het beleid van centrale banken nu, maar met hetzelfde uitgangspunt: gewetenloos geld bijdrukken om lonen en herstelbetalingen van de Eerste Wereldoorlog te kunnen financieren. Er stond geen enkele productie tegenover. Het gevolg was massale geldontwaarding. Het geld was zo weinig waard dat mensen het op straat lieten liggen. De straatvegers ruimden het op.


Nu drukken we geld om de consumptie aan te jagen en de rekening van de coronacrisis te betalen. Ik predik geen ‘hyperinflatie’, maar we morrelen momenteel wel aan de vertrouwensankers van het papieren geld en vooral aan het vertrouwen dat schulden ooit kunnen worden terugbetaald.


Hyperinflatie is een vertrouwenscrisis die start met een valuta die sterk in waarde daalt. Importen worden fors duurder wat de koopkracht van burgers en overheid uitholt. De overheid en centrale bank zetten vervolgens de geldpers aan (meer schulden) om economische steun te bieden. Het vertrouwen in de valuta komt nog meer onder druk, wederom hogere inflatie en de rentestand loopt op door een groter risico op wanbetaling.


Het is een neerwaartse spiraal. Beleggers vluchten uit de valuta naar meer tastbare zaken als huizen, goud, en in eerste instantie ook in aandelen. Uiteindelijk stierf de Duitse Mark omdat er geen greintje vertrouwen meer over was. Hij werd vervangen door een munt die weer was gedekt door goud.


Hyperinflatie in de Weimar-republiek 1918-1923

 

Geen zwartgallig inflatiescenario

Ik vertel mijn jonge toehoorders nog enkele treffende anekdotes over de Duitse hyperinflatie, dat je in een restaurant tussentijds het voor-, hoofd- en nagerecht moest afrekenen omdat de prijzen inmiddels waren gestegen. Maar ik stel mijn kinderen gerust. De kans op dit zwartgallige scenario voor hyperinflatie is zeer klein. Maar de boodschap is wel dat een oplopende inflatie uiteindelijk de relatieve schuldpositie moet gaan beheersen. En daarbij hoort een hogere lange rente. De kans op een stijgende inflatie wordt momenteel geminimaliseerd door de financiële markten, de verwachte jaarlijkse inflatie voor Duitsland in de komende tien jaar is een zeer lage 0,9%. Dat is ongewenst laag voor de langere termijn. De Europese Centrale Bank (ECB) streeft zelfs een jaarlijkse 2% inflatie na. 


De kans op inflatie als de wereldeconomie herstelt is het grootst in de Verenigde Staten, zeker als de Amerikaanse dollar meer verzwakt. De lange Amerikaanse rente kan in het kielzog mee omhoog wat vervolgens ook in Europa voelbaar wordt. Gaat dat snel en fors? Nee. Maar de kans neemt toe.

De ultra-lage rentestand in Europa zit op min of meer bodemniveau. 2021 kan daarom weleens het jaar van de ‘herfinanciering’ worden. Tijd voor de huizenbezitter om hun hypotheek te herfinancieren met langere looptijden, bijvoorbeeld twintig jaar vast tegen 1,50% rente.


Tegen mijn zoon moet ik helaas zeggen dat hij goed moet blijven beleggen, niet sparen, want een forse daling van de huizenprijs zit er voorlopig niet in. En we hopen dat ook niet snel mee te maken, want het brengt huizenbezitters in de problemen als ze meer hypotheek hebben dan waarde van hun huis. Yves moet vooral veel eigen geld meebrengen als hij een huis wil kopen. Einde van het college monetair beleid aan mijn kinderen.

Een boeiend boek

Ik noem in dit blog het boek When Money Dies. Germany in the 1920: Nightmare of deficit spending, devaluation and Hyper-inflation van Adam Fergusson (2010). Het is een boeiend boek over een bijzondere periode in de monetaire geschiedenis. Vooral de persoonlijke verhalen uit dagboeken geven een inkijkje in de vernietigende impact van inflatie op het bestaansrecht van de Duitse burgers die volledig aan de bedelstaf geraakte. Door geschiedkundigen wordt dat gezien als de opmaat voor de pikzwarte jaren ’30 en ’40 in Duitsland. 
   

Lees ook het artikel: Het grote geldcreatie-experiment, waarin de impact van schulden op de economie wordt beschreven en de invloed van inflatie op beleggingscategorieën.