Amerikaanse economie vertoont signalen van afkoeling
Inflatie in VS verliest langzaamaan aan kracht, in de eurozone nog niet.
In het kort:
- Obligatierente in de VS en Europa daalt
- Mindere economische cijfers VS mede gevolg van krapper monetair beleid
- Analisten zijn optimistischer over komende kwartaalresultaten dan beleggers
Dé inflatiebarometer van de Amerikaanse centrale bank, de PCE-index voor persoonlijke uitgaven, steeg in mei met 0,6% ten opzichte van april. Filter daar de volatiele energie- en voedselprijzen uit en de stijging viel terug tot 0,3%. Ten opzichte van een jaar geleden gaf deze kerninflatie een toename van 4,7% in het algemene prijspeil aan.
De toename van 4,7% is nog een heel eind boven de 2%, die de Amerikaanse centrale bank (Fed) voor de lange termijn nastreeft. Maar tegelijkertijd schetst de PCE-index een minder dramatisch beeld van de inflatie dan de meer geciteerde CPI-index (consumentenprijzenindex). Vorige week stipten we al aan dat de PCE breder is en ook goederen en diensten bevat, die voor de consument geen directe out-of-pocket-uitgaven met zich meebrengen, maar die wel degelijk bijdragen aan het onderliggende prijsverloop in de economie.
Of dit ook betekent dat de Federal Reserve zich bij een volgende rentestap zal beperken tot 0,5% in plaats van 0,75%, moeten we afwachten. Fed-voorzitter Jerome Powell gaf meermaals aan dat hij een eerst hele reeks data wil, die erop wijzen dat de prijsdruk afneemt, voordat hij de voet van het monetaire rempedaal haalt. Maar de kans dat de monetaire toon van de Fed nóg scherper wordt, lijkt op basis van de PCE-inflatie alvast niet toegenomen. Temeer ook omdat vooruitlopende indicatoren voor de Amerikaanse economie een afkoeling laten zien.
Amerikaanse bestedingen koelen af
Powell zal ook met een zekere tevredenheid gekeken hebben naar de terugval van de ISM Manufacturing-index (de index van de voorraadbeheerders daalde van 56,0 naar 53,1) en de bestedingscijfers in de maand mei. Amerikaanse consumenten gaven slechts 0,2% méér uit tegenover april. In reële termen, dus na aftrek van inflatie, vielen de bestedingen zelfs terug: -0,4%.
Dit is vervelend nieuws vanuit het perspectief van de groei. Maar Powells (veronderstelde) tevredenheid vloeit voort uit zijn focus op inflatie. Samen met zijn collega’s is het precies zijn doel om de vraag een tandje lager te draaien. Zodat de inflatoire druk uiteindelijk afneemt. Je kunt nu eenmaal niet de kool en de geit sparen, dus zolang de economische cijfers duiden op een zachte landing, zullen financiële markten dat gegeven accepteren, mits de inflatie daarbij lager tendeert.
De afdronk van dit alles is dat de hoge Amerikaanse inflatie zeker nog geen probleem uit het verleden is. Maar dat er toch voorzichtige signalen zijn dat de opwaartse druk aan kracht verliest. Vooral als je een en ander combineert met een langzame verbetering van de disrupties in de aanvoerketens, oplopende voorraden en grondstofprijzen die niet verder doorschieten. Waarbij de voorspelbaarheid van dit laatste vanzelfsprekend lager is dan gemiddeld. Grondstofprijzen worden niet enkel bepaald door economische factoren, maar ook door politieke. Zeker de dag van vandaag.
In de eurozone zijn er vooralsnog minder signalen dat de inflatie stilaan inbindt. Tegenover de maand mei zwakte de kerninflatie in april weliswaar af van 3,8% naar 3,7%, maar dat was grotendeels te danken aan Duitse ingrepen in tarieven voor het openbaar vervoer. Onderliggend blijft de prijsdynamiek onveranderd sterk. De energieprijzen blijven hierbij een vervelend euvel die worden ook nu verder doorberekend door de gehele economie.
Focus op Amerikaanse lonen
Voor het belangrijkste punt op de economische agenda van deze week kijken we naar de VS. Komende vrijdag verwachten we het arbeidsmarktrapport over de maand juni.
De toename van het aantal banen zal niet meer het niveau van afgelopen maanden bereiken. In de lente kwamen er maandelijks gemiddeld 400.000 nieuwe jobs bij. Het afnemend momentum in de economische groei, heeft ook z’n weerslag op de arbeidsmarkt.
Toch zal naar verwachting blijken dat de arbeidsmarkt in de goede doen blijft. Bevragingen bij ondernemers tonen aan dat ze nog steeds volop op zoek zijn naar nieuwe medewerkers. Ook om de gezondheid van de arbeidsmarkt te peilen, kijken we scherper naar de wekelijkse werkloosheidsaanvragen. Meer ontslagenen zijn een voorbode van meer druk op de consumptie. Momenteel zit deze aanvragenindicator op een laag niveau van 230.000, een teken dat de arbeidsmarkt nog stevig doorgroeit. De range van 300.000 tot 350.000 wordt door economen doorgaans aangemerkt als een omslagpunt.
Ondernemers zoeken nog volop nieuwe medewerkers
Vanuit de inflatiebril, hebben we natuurlijk bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van de uurlonen. Samen met de snelle heropleving van de economie zorgde het tekort aan ‘handjes’ vanaf het voorjaar 2021 voor een forse verhoging van de uurlonen.
Geleidelijk keerden steeds meer Amerikanen na de pandemie terug naar de werkvloer. Maar het aantal werkenden of werkzoekenden tegenover de totale bevolking zit nog niet op het niveau van vóór de pandemie.
Tienjaarsrente daalt
Nadat centraal bankiers op de jaarlijkse conferentie van de Europese Centrale Bank (ECB) in het Portugese Sintra nogmaals bevestigden dat inflatiebestrijding nu hun eerste prioriteit is, reageerden financiële markten fors. Vooral de verharde toon van Christine Lagarde viel op. Zij suggereerde dat de ECB de rente zo nodig zal blijven optrekken, zelfs als de inflatie vooral zou aanhouden omwille van ‘externe factoren’, zoals energietekorten.
Obligatiebeleggers duwden de Duitse tienjaarsrente van 1,63% naar 1,38%. In de VS ging het hetzelfde tarief van een eerder hoogtepunt op bijna 3,5% naar 2,9%.
In een positieve interpretatie is dit een signaal van vertrouwen, dat centrale banken hun strijd tegen de prijstoenames uiteindelijk zullen winnen. In een voorzichtige interpretatie lezen we er eerder een verwachting in dat er een recessie aankomt. Met de aanname dat de soep die Powell en Lagarde ons voorschotelen, uiteindelijk toch niet zo heet zal worden gegeten. Lees: als de economie al te fors vertraagt, zullen de ECB en de Fed hun intenties om de rente op te trekken, terugschroeven. Zelfs als de doelstelling van 2% inflatie nog niet is bereikt.
Zwevende markten
Vrees voor een recessie speelde ook de aandelenbeurzen parten. Amerikaanse aandelen sloten de week 2,4% (MSCI USA) lager af, Europese 1,3% (MSCI Europe).
Markten zullen nog enige tijd blijven zweven tussen vrees voor aanhoudende inflatie en vrees voor een recessie. Bij een dergelijke onzekerheid op het economische macro-front, moet de steun komen van het micro-front oftewel de bedrijfsresultaten.
In de VS zijn er ondertussen meer neerwaartse bijstellingen van de winstverwachtingen dan opwaartse. In termen van aantal herzieningen. Kijken we naar de grootte van die herzieningen, dan blijft dat relatief beperkt en gaat het vooral om duurzame consumptiegoederen. Wat logisch is in het licht van de eerder besproken afkoeling van de Amerikaanse consumentenbestedingen.
In de eurozone zien we vooral neerwaartse aanpassingen van de verwachtingen in de financiële sector. Maar globaal genomen blijven ook hier bedrijfsanalisten relatief optimistisch. Voor geheel 2022 gaan ze nog steeds uit van gemiddelde 12% winststijging over de brede markt heen. In de VS ligt dat cijfer op bijna 10%. We merken op dat analisten aanzienlijk optimistischer zijn dan de aandelenmarkten, als we zien wat die momenteel aan winstverwachtingen inprijzen. Hiermee lijken beleggers rekening te houden met meer tegenwind.
Medio juli beginnen bedrijven te rapporteren over hun winsten in het tweede kwartaal. Tot nu toe hebben we geen brede golf van vooraankondigingen gehad om de verwachtingen bij te stellen. Hopelijk hoeven we dat niet alsnog te doen, wanneer de ondernemingen in hun kwartaalberichten ook de nabije toekomst becommentariëren.
Belangrijke macro-economische publicaties
Van 04 juli tot en met 08 juli | ||||
---|---|---|---|---|
Regio | Publicatie van | Periode | Consensus | |
Dinsdag | China | Caixin Services PMI | Juni | 49,1 |
Woensdag | Eurozone | Detailhandelsverkopen YoY | Mei | 3,1% |
VS | ISM NON-Manufacturing | Juni | 55,1 | |
Vrijdag | VS | Nieuwe banen (non farm) | Juni | 295K |
Werkloosheid | Juni | 3,6% | ||
Gemiddeld uurloon MoM | Juni | 0,3% |