Box 3: dit zijn de forfaitaire rendementen voor 2023
In box 3 betaalt u belasting over een forfaitair rendement in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. De forfaitaire rendementen voor het belastingjaar 2023 zijn nu allemaal bekend. Voor overige bezittingen was het percentage (6,17%) al aan het begin van het belastingjaar bekend gemaakt en voor banktegoeden en schulden kan nu worden gerekend met respectievelijk 0,92% en 2,46%. Deze laatste twee percentages wijken af van de percentages waarmee in de voorlopige aanslag over 2023 rekening is gehouden. De definitieve percentages moeten overigens nog wel worden vastgesteld in een ministerieel besluit.
Wat betekenen deze wijzigingen voor u? Om dat te kunnen bepalen, bespreken we hieronder eerst kort hoe de belastingheffing in box 3 (met ingang van 2023) werkt.
Box 3
2023 | |
---|---|
Forfaitair rendement/rente | |
Banktegoeden | 0,92% |
Overige bezittingen | 6,17% |
Schulden | 2,46% |
Banktegoeden en schulden: zo wordt het forfaitaire rendement bepaald
Om voor de categorieën banktegoeden en schulden de forfaitaire rente niet teveel te laten afwijken van de werkelijke gerealiseerde en/of betaalde rente, is ervoor gekozen om die rente vast te stellen op het niveau van de gemiddelde rente over de maanden januari tot en met november van het belastingjaar, waarbij de maand november twee keer meetelt.
Voor banktegoeden wordt daarbij de gemiddelde bancaire rente op deposito’s van huishoudens met een looptijd van maximaal drie maanden genomen. Voor de rente op schulden wordt het rendement gebaseerd op de gemiddelde rente op uitstaande woninghypotheken van huishoudens. Beide rendementen worden gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (zie tabel).
Bancaire rente deposito's met opzegtermijn | Bancaire rente uitstaande woninghypotheken | |
---|---|---|
jan-23 | 0,24 | 2,36 |
feb-23 | 0,39 | 2,38 |
mrt-23 | 0,47 | 2,40 |
apr-23 | 0,49 | 2,42 |
mei-23 | 0,70 | 2,43 |
jun-23 | 0,93 | 2,45 |
jul-23 | 1,03 | 2,47 |
aug-23 | 1,24 | 2,49 |
sep-23 | 1,31 | 2,51 |
okt-23 | 1,42 | 2,52 |
nov-23 (2x) | 1,43 | 2,53 |
Gemiddelde | 0,923% | 2,458% |
Sparen | Schulden |
Voorlopige aanslag over 2023: moet u bijbetalen?
Wetswijziging met terugwerkende kracht
Door een wetswijziging met terugwerkende kracht naar 1 januari 2023 zijn een aantal vermogensbestanddelen van de categorie overige bezittingen (forfaitair rendement 6,17%) naar de categorie banktegoeden (forfaitair rendement 0,92%) overgebracht. Als u in uw voorlopige aangifte met deze vermogensbestanddelen rekening heeft gehouden, dan kan dat in de definitieve aangifte gecorrigeerd worden.
De volgende bezittingen gaan van de categorie overige bezittingen naar banktegoeden:
- het aandeel in het tegoed van het reservefonds van de vereniging van eigenaren (VvE);
- het aandeel in de derdengeldenrekening van een notaris of een deurwaarder. Denk hierbij aan de 10% die al vooruit wordt betaald bij de aankoop van een woning.
Daarnaast is er nog wijziging voor onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners:
- onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners worden gedefiscaliseerd voor box 3. Dit geldt ook voor vorderingen van minderjarige kinderen op hun ouders. De box 3-bezittingen van minderjarige kinderen worden namelijk bij de ouders belast. Dat voorkomt dat er box 3-belasting verschuldigd is over het verschil tussen het hoge forfaitaire rendement over de vordering (6,17%) en de lagere aftrek van rente over schulden (2,46%).
Is de huidige box 3-regeling rechtmatig?
Geschreven naar de stand van zaken op 10 januari 2024.
Disclaimer
Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat de beste keuze voor u is.