Inflatie en rente houdt beleggers in de greep, Amerikaanse dollar blijft sterk
Rechtse verkiezingsuitslag Italië duwt Italiaanse rente en aandelen licht hoger.
In het kort:
- Aandelenmarkten onder druk door rentestijgingen
- Euro verzwakt verder ten opzichte van de dollar
- Afkoeling woningmarkt VS kan indicatie zijn voor lagere inflatiedruk in 2023
“And believe me, it will be enough.’ Met die woorden benadrukte toenmalig ECB-president Draghi in 2012 dat de centrale bank al het nodige zou doen om de euro te redden. Fed-voorzitter Powell leek hier afgelopen week inspiratie uit te hebben gehaald. “The hiking path will be enough to restore price stability”, zo sprak hij. Oftewel, we blijven als Federal Reserve (Fed) gewoon doorgaan met het optrekken van de beleidsrente, tot de inflatie onder controle is. De vrijdag gemelde inkoopmanagersindices in de VS (S&P PMI’s voor industrie en diensten) waren juist sterker dan verwacht voor de dag. Dat was opnieuw een signaal dat Powell zijn agressiever geldbeleid moet voortzetten.
In de eurozone dook de Manufacturing PMI, de inkoopmanagersindex voor de industrie, vanaf juli onder de kritische grens van 50, die groei van krimp onderscheidt. De inkoopmanagersindex uit de dienstensector hield beter stand, onder meer dankzij het toerisme. Maar uiteindelijk ging ook die kopje onder. Afgaand op de inkoopmanagersindices over september en de vooruitzichten, zoals onder andere een lagere instroom van nieuwe orders, gaat de eurozone maanden van minder groei tegemoet.
Rentestijgingen
Markten hebben de inflatieboodschap van Powell goed begrepen. Ook al omdat de Fed niet de enige centrale bank was die met renteverhogingen kwam. Die waren er ook in Zweden en het VK. Bij deze laatste zal de Bank of England bovendien met lede ogen aanzien dat de nieuwe regering grootscheepse belastingverlagingen wil doorvoeren om burgers en bedrijven niet in de kou te laten staan. Maar die stimuleringen dreigen tevens wel de inflatie verder aan te wakkeren. De tienjaarsrente in het VK is sinds vorige week maandag met bijna 1%-punt opgelopen tot 4,1%!
De Amerikaanse tweejaarsrente sprong naar 4,2%. Nog maar een maand terug was die rente nog een procent lager. Ook de langere tienjaarsrente kwam in beweging. Die had het lange tijd moeilijk om de kaap van de 3% achter zich te laten, komt nu stilaan de 4% in zicht.
In het kielzog hiervan én omwille van de alsmaar hardere lijn van de ECB, zagen we soortgelijke rentebewegingen in de eurozone. Over een breed front, dus zonder extra nervositeit in Italië bijvoorbeeld. Nu de stevige verkiezingswinst van mogelijk toekomstig premier Giorgia Meloni een feit is, loopt de Italiaanse tienjaarsrente versneld op tegenover de Duitse.
Meloni weet echter voldoende goed dat haar begrotingsplannen in pas moeten blijven lopen met Brussel. Zij weet óók dat die plannen noodzakelijk zijn om aanspraak te kunnen maken op de bijna 200 miljard uit het Europese Herstelfonds. Of de nieuwe coalitie ook op iets lángere termijn de eerder populistische reflexen weet te onderdrukken en de nodige hervormingsplannen blijft doorvoeren, valt af te wachten. De Italiaanse aandelenmarkt liet een winst zien van 1,4% maandagochtend.
Op de aandelenmarkten leidde het rentegeweld tot lagere koersen. Wellicht moeten we wachten op signalen dat de inflatiedruk over z’n hoogtepunt heen is voor beleggers weer wat rust vinden. Of dat het weer snel naderende cijferseizoen, aftrap medio oktober, weer soelaas kan bieden voor aandelen.
Zwakkere euro
De euro zakte ondertussen verder weg tegenover de dollar. Een zwakkere euro verstevigt onze exportpositie. Wat meegenomen is bij een afkoelend economisch plaatje wereldwijd. Anderzijds leveren energieprijzen al meer dan voldoende tegenwind op voor de Europese economie. Een hogere dollar is daarbij geen pluspunt.
Anderzijds betekent een zwakke munt natuurlijk wel extra inflatiedruk. Christien Lagarde verwees hier enige tijd terug expliciet naar. Wat niet wil zeggen dat de ECB onmiddellijk naar interventies zal neigen, zoals Japan deed. Uit principe, omdat de Europese valutareserves beperkter zijn dan de Japanse en omdat de yen nog veel méér verzwakte dan de euro.
Inflatie blijft hoog
Deze week krijgen we de eerste inschatting voor de Europese inflatie over de maand september.
Sinds een aantal weken brokkelen zowel de gas- als olieprijs af. Toch zal zich dat niet weerspiegelen in het inflatiecijfer. Gemiddeld lagen energieprijzen afgelopen maand rond het niveau van augustus. Daarnaast gaven de inkoopmanagersindices van afgelopen vrijdag aan dat zowel de druk op de consumenten- als producentenprijzen hoog blijft.
De nieuwe inflatiecijfers zullen dan ook niets veranderen aan de lijn van de ECB. Ondanks dat de reeds aangestipte inkoopmanagersindices suggereren dat de economie van de eurozone reeds in een krimp zit. Bijvoorbeeld omwille van de energiegevoelige Duitse industrie.
Deze matige economische vooruitzichten zullen ook nog een keer bevestigd worden door de Economic Sentiment Index van de Europese Commissie. Lichtpuntje is dat de arbeidsmarkt sterk blijft (werkloosheid over augustus komende vrijdag). De werkloosheid zal de komende maanden wat oplopen, maar door de krapte op de arbeidsmarkt zal dat wellicht geen dramatische vormen aannemen.
Amerikaanse huizenprijzen verliezen momentum
Verder hebben we oog voor het verloop van de Amerikaanse huizenprijzen. De stijging in de Case-Shiller huizenprijzen-index neemt al sinds maart af. Vanaf het moment dat de Federal Reserve de beleidsrente begon op te trekken en de hypotheekrente de hoogte in ging. De 30-jaars Amerikaanse hypotheekrente is ruim boven de 6% uitgekomen, een verdubbeling sinds het begin van 2022.
De woningmarkt heeft sterke impact op het Amerikaanse inflatiecijfer. Via de huren. Niet dat die onmiddellijk afnemen als de waarde van woningen onder druk komt, maar met enige maanden vertraging is er wel degelijk een verband. Blijft de Amerikaanse huizenprijzenindex afzwakken, dan is dat in ieder geval een indicatie dat de inflatiedruk vanuit de woningmarkt vanaf het voorjaar 2023 kan afnemen.
Amerikaanse consument
Daarnaast verwachten we vanuit de VS nieuwe cijfers over de orders voor duurzame goederen en de persoonlijke inkomens en bestedingen.
Wat die laatste betreft weten al dat de detailhandelsverkopen stand houden. Ondanks de inflatie en mede dankzij lagere benzineprijzen. Daarnaast blijft de Amerikaanse arbeidsmarkt sterk. Dit alles suggereert een aanhoudend plusje voor de bestedingen. Goed voor de economie, maar de Federal Reserve zal wellicht hopen op niet al te stevige cijfers.
China
We geven ook nog mee dat er nieuwe Chinese inkoopmanagersindices (PMI’s) aankomen. Maar dat doen we dan enkel voor de volledigheid. In een aantal steden zijn de lockdowns dan wel versoepeld of opgeheven, de onderliggende zorgen over de Chinese economie blijven aanwezig: zero-covid kan op elk moment tot nieuwe restricties leiden en het aanpakken van de vastgoedcrisis gebeurt slechts mondjesmaat. Het is wachten op het Nationaal congres van de communistische partij medio oktober voor verdere economische beleidsstappen.
Belangrijke macro-economische publicaties
Van 26 september tot en met 30 september | ||||
---|---|---|---|---|
Regio | Publicatie van | Periode | Consensus | |
Dinsdag | VS | Orders duurzame goederen MoM | Augustus | -0,9% |
Donderdag | Eurozone | Case-Shiller Index MoM | Juli | 0,2% |
Vrijdag | China | Economic Sentiment | September | 95,4 |
NBS Manufacturng PMI | September | 49,8 | ||
NBS Non-Manufacturing PMI | September | 52,8 | ||
Caixin Manufacturing PMI | September | 49,8 | ||
Eurozone | CPI - inflatie YoY (flash) | September | 9,7% | |
CPI kern-inflatie YoY (flash) | September | 4,5% | ||
Werkloosheid | Augustus | 6,7% | ||
VS | Persoonlijk inkomen MoM | Augustus | 0,2% | |
Persoonlijke bestedingen MoM | Augustus | 0,2% |