Ingrijpen Fed bij Silicon Valley Bank moet onrust financile markten voorkomen

Kleinere rentestappen door de Fed nu waarschijnlijker.

In het kort:

  • Fed grijpt doortastend in na bankrun op de Silicon Valley Bank (SVB)
  • Oorzaak probleem SVB heel anders dan bij de bankencrisis in 2007/2008
  • Desondanks is er veel nervositeit op de financiële markten

Eind vorige week bezorgden problemen bij de tech-gerelateerde Silicon Valley Bank (SVB) beleggers koude rillingen. In 48 uur tijd werd een kwart van de gestalde deposito’s opgevraagd, wat de bank in acute liquiditeitsproblemen bracht. De Amerikaanse Centrale Bank, de Federal Reserve (Fed), en de overheid grepen afgelopen weekend adequaat in om verdere besmetting van het financiële systeem tegen te gaan. Voldoende doortastend, zo lijkt het op dit moment.


De Fed voorziet in een extra programma (Bank Term Funding program, BTFP) waarmee banken zich van liquiditeiten kunnen voorzien zonder dat zij – bij opvraag van gelden – gedwongen bezittingen moeten verkopen, terwijl de overheid alle deposito’s bij SVB garandeert. Ook als die hoger zijn dan 250.000 dollar, de eigenlijke grens om onder het Amerikaanse depositogarantiestelsel te vallen.


Hiermee wil Washington vermijden dat ook andere instellingen in gevaar komen door een bankrun na – al dan niet terecht – verlies aan vertrouwen van klanten. Wat met name het geval is voor banken gelinkt aan private equity of de cryptowereld. De inmiddels eveneens gesloten Signature Bank is daar een voorbeeld van. De genomen maatregelen om het smeulende vuur vanuit bepaalde Amerikaanse banken geen uitslaande brand te laten worden, zijn echter doortastend.


Een en ander herinnert ons eraan dat als centrale banken doen wat ze de voorbije maanden gedaan hebben – namelijk de monetaire teugels aantrekken – er vroeg of laat slachtoffers vallen. SVB werd door de opgevraagde gelden gedwongen obligaties te verkopen, die door de hogere rente minder waard waren. Hierdoor ontstond een gat in de balans, dat men niet wist aan te vullen met vers aandelenkapitaal.

Links en rechts worden vergelijkingen gemaakt met de bankencrisis van 2007/2008. Deze vergelijking lijkt op dit moment overdreven. Bijvoorbeeld omdat toen de onderliggende problemen vanuit de vastgoedmarkt kwamen. En de vastgoedmarkt heeft véél soortelijk gewicht in het wereldwijde economische en financiële systeem. De problemen bij SVB zijn eerder een gevolg van slecht balansmanagement bij een specifieke bank. In het algemeen zijn de kapitaalbuffers van banken bovendien flink hoger geworden.

  

Desondanks waren de uitslagen op de financiële markten fors en blijft er op korte termijn nervositeit op de financiële markten. De tweejaarsrente op Amerikaanse staatsleningen dook van 5,1% afgelopen woensdag naar 4,35% nu. Het is onder meer de vraag welke implicaties er gaan zijn voor het Amerikaanse rentebeleid. Zakenbank Goldman Sachs voorziet zelfs dat de beleidsrente volgende week (Fed-vergadering 21-22 maart) niet meer wordt verhoogd. Eerder vorige week steggelden economen nog over een rentestap van 0,25% tot 0,5%. Het beleidsrentetarief voor januari 2024 wordt nu door de markt geplot op 4,5%, een vol procent lager dan een week terug.

 

ECB-vergadering moet duidelijkheid geven

Komende donderdag verhoogt de ECB de beleidsrente met 50 basispunten. Dat lijkt een uitgemaakte zaak. Vraag is vervolgens wat de tone of voice over het toekomstige rentepad zal zijn. Europese centraal bankiers maakten hier de afgelopen dagen openlijk ruzie over.


Vanuit Italiaanse hoek wordt gewezen op kleine signaaltjes dat de inflatie sinds een drietal maanden over z’n top heen zou zijn. Centrale bankiers uit onder meer Oostenrijk en België zitten op een totaal andere lijn. Zij willen de monetaire teugels juist meer aantrekken.


De harde data lijken in het voordeel van de laatsten te pleiten. Zowat alle reguliere en alternatieve prijsparameters staan op rood. Zelfs vanuit de goederensector, waar de prijsdruk toch zou moeten afnemen nu de internationale aanvoerketens weer min of meer normaal draaien.

  

Tegelijkertijd neemt de loondruk toe. Gemiddeld over de eurozone steeg de totale compensatie per werknemer in het vierde kwartaal met 5,1% tegenover het voorgaande jaar. Dit is weliswaar inclusief éénmalige en niet-structurele uitbetalingen. Nieuw afgesloten centrale arbeidsovereenkomsten (cao’s) suggereren een meer gematigde loondruk (+2,8% in het vierde kwartaal van 2022). Maar gegeven de krappe arbeidsmarkt is de kans reëel dat toekomstige akkoorden ook hier hogere uitkomsten zullen opleveren.


Bovendien zijn ondernemingen blijkbaar in staat om de hogere kosten door te berekenen, zoals de winstmarges suggereren. Althans voorlopig. Ook dat voedt de inflatoire druk. 


Kortom, de ECB heeft reden om te benadrukken dat de rente verder omhoog moet en geruime tijd hoog zal blijven. Maar in tegenstelling tot vorige keer zal er wellicht géén vooraankondiging komen over de grootte van de volgende rentestap. Een nieuwe beleidsbijeenkomst is gepland begin mei. Tegen die tijd komen er nog een hele reeks economische data.

Amerikaanse inflatie blijft hoog

Verder op de economische agenda van deze week staat de nieuwe Amerikaanse consumentenprijsinflatie (CPI). Er is weinig aanleiding om aan te nemen dat het plaatje hier fundamenteel verandert.


Zo vertoont het favoriete inflatiecijfer van de Fed, zoals de Personal Consumption Expenditures Price (PCE) index die meet, eerder een versnelling dan een vertraging. Daarnaast suggereren de inkoopmanagersindices aanhoudend opwaartse prijsdruk, met name vanuit de dienstensector.


Het arbeidsmarktrapport van februari gaf een dubbel signaal. Dat er weer 311.000 banen bijkwamen, wijst nog steeds op een degelijk economisch momentum. Anderzijds nam het gemiddelde uurloon slechts toe met een gematigde 0,2% tegenover januari. Ook lijken er steeds meer Amerikanen terug te keren naar de arbeidsmarkt. Wat vanuit loon- en inflatieoogpunt toe te juichen is. Cruciaal zal de hoogte van de kerninflatie exclusief woonkosten zijn. Met name die heeft de bijzondere aandacht van de Fed.

Vertrouwen Amerikaanse consument blijft

Fed-voorzitter Powell zal niet enkel de nieuwe inflatiecijfers met argusogen volgen. Overmorgen verwachten we ook de detailhandelsverkopen over de maand februari. Na een kleine appelflauwte eind 2022 lijkt de Amerikaanse consument een tweede adem te hebben gevonden. In januari presteerde de kleinhandel onverwacht sterk. Ongetwijfeld speelt de krappe arbeidsmarkt hier een rol.


Deze arbeidsmarkt ondersteunt ook het vertrouwen van consumenten. Niet dat dat in absolute termen al hoge toppen scheert, maar alsnog krabbelt het overeind van een dieptepunt medio 2022. Ondanks de alsmaar hogere rente.


Eind deze week krijgen we een vers vertrouwenscijfer voorgeschoteld. We gaan uit van enige stabilisatie. De verbetering van afgelopen maanden werd wellicht mede in de hand gewerkt door de verwachting dat de inflatie over zijn top heen zou zijn én een degelijk beursstart in januari. Rond beide factoren verzamelden zich de jongste weken vraagtekens.

Industriële productie

Verder op de agenda nieuwe info over de industriële productie in de eurozone, de VS en China.

Het reeds gekende Duitse productiecijfer (+3,5% maand op maand in januari) verraste positief. Dat zal doorsijpelen in de productieprestatie op Europees niveau. Zonder dat dat zou beteken dat de Europese industrie voor goede tijden staat. We weten uit de inkoopmanagersindices dat de vraag zwak is.


Ook voor de VS zijn de verwachtingen gematigd. De industrie is de Amerikaanse sector die het meest een aanstaande afkoeling van de economische groei suggereert. Inkoopmanagersindices bevinden zich in de krimpzone.

In China zal het heropeningseffect van de economie zichtbaar zijn. Dat was bijvoorbeeld ook al zo in de krediet- en geldgroei over januari en februari. We gaan ervan uit dat de heropening de gehele eerste jaarhelft zal doorwerken. Vanaf de zomer zou dit effect dan kunnen wegebben. Bijvoorbeeld omdat Peking karig blijft met het stimuleren van de economie.

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 13 maart tot en met 17 maart
Regio
Publicatie van
Periode
Consensus
Dinsdag
VS
CPI-inflatie MoM
Februari
0,4%
CPI kern-inflatie
Februari
0,4%
Woensdag
China
Industriële productie YoY
Januari - Febrauri
2,6%
Deailhandelsverkopen YoY
Januari - Februari
3,4%
Eurozone
Industriële productie YoY
Januari
0,5%
VS
Detailhandelsverkopen MoM
Febrauri
0,2%
NAHB-index
Maart
40
Donderdag
Eurozone
ECB-beleidsbijeenkomst
Vrijdag
VS
Industriële productie MoM
Febrauari
0.4%
Consumentenvertrouwen (flash)
Maart
67,5