Prinsjesdag 2022: 9 belangrijke aandachtspunten voor vermogende particulieren

1. Box 3-heffing 

Voor 2023 is de zogenoemde spaarvariant van toepassing, die ook gebruikt wordt voor het rechtsherstel over de belastingjaren 2017 tot en met 2022. Er wordt in deze variant gewerkt met drie categorieën.

  1. Spaargeld (inclusief contant geld*)
  2. Overige bezittingen
  3. Schulden

Voor elke categorie geldt een eigen forfaitair rendementspercentage. Voor de categorieën ‘spaargeld’ en ‘schulden’ wordt het forfaitaire percentage bepaald aan het einde van het lopende belastingjaar. Bij de categorie ‘overige bezittingen’ is het forfaitaire percentage al bekend aan het begin van het lopende belastingjaar.

De peildatum blijft 1 januari. Om peildatum-arbitrage voor de vermogenscategorieën ‘overige bezittingen’ en ‘schulden’ te voorkomen, geldt een antimisbruikregeling. Deze bepaling zorgt ervoor dat rond de peildatum het tijdelijk omzetten van overige bezittingen naar spaargeld of het tijdelijk aangaan van schulden niet leidt tot een lagere belastingheffing. Het gaat daarbij om transacties in een periode van drie maanden rond de peildatum. De antimisbruikregeling geldt niet als de belastingplichtige aannemelijk maakt dat aan zijn handelingen niet-fiscale overwegingen ten grondslag lagen. 

Het heffingsvrij vermogen wordt in 2023 verhoogd naar € 57.000 per belastingplichtige. Het belastingtarief wordt in 2023 verhoogd van 31% naar 32%. Tot 2025 zal het tarief jaarlijks met 1% worden verhoogd, waardoor het tarief in 2025 34% bedraagt.

2. Leegwaarderatio voor box 3 

Verhuurde woningen worden in box 3 belast. De leegwaarderatio vermindert de WOZ-waarde van die woningen. De achterliggende gedachte is dat een woning in verhuurde staat minder waard is dan een woning die niet verhuurd wordt. De vermindering hangt af van het rendement: dat is de hoogte van de huur ten opzichte van de WOZ-waarde. Het kabinet stelt voor om de tabel van de leegwaarderatio aan te passen (zie kader). Daarnaast wil het kabinet de regeling ook aanscherpen. Tijdelijke contracten worden uitgesloten en bij  verhuur aan gelieerde partijen, zoals familie, wordt 100% van de WOZ-waarde belast.

3. Tarief box 1

In box 1 wordt het tarief voor de inkomstenbelasting in de eerste schijf in 2023 iets verlaagd van 37,07% naar 36,93%. Het toptarief voor inkomen vanaf € 73.071 blijft 49,5%.

4. Eigen woning

Een aantal wijzingen voor de eigen woning is al in eerdere belastingplannen geregeld. De hypotheekrenteaftrek in de hoogste belastingschijf van box 1 (boven € 73.071) gaat van 40% naar 36,93%. Het eigenwoningforfait wordt verlaagd van 0,45% naar 0,35%. De grens van de WOZ-waarde waarbij het eigenwoningforfait naar 2,35% gaat, wordt in 2023 verhoogd naar € 1.200.000. Let op: betaalt u inkomstenbelasting in de hoogste schijf van box 1? Dan moet u het eigenwoningforfait bijtellen tegen 49,5% ondanks het feit dat de hypotheekrenteaftrek daalt naar 36,93%.

De vrijstelling van Wet Hillen wordt lager en zorgt voor een hogere bijtelling. Heeft u geen hypotheek en heeft uw woning bijvoorbeeld een WOZ-waarde van € 500.000? Dan moet u in 2023 toch € 291,67 eigenwoningforfait (5/30 x € 500.000 x 0,35%) bijtellen in box 1.

5. Aftrekposten

Op grond van eerdere belastingplannen daalt in 2023 de aftrek van giften en partneralimentatie in de hoogste schijf van 40% naar 36,93%. Ook wordt de periodieke gift per huishouden gemaximeerd naar € 250.000. Onduidelijk is nog of dit per jaar is of dat dit een optelsom is van alle periodieke schenkingen.

6. Overdrachtsbelasting

Voor eigen woningen die als hoofdverblijf gebruikt gaan worden, blijft de overdrachtsbelasting 2%. Voor starters jonger dan 35 jaar is het tarief 0% als de waarde van de woning lager is dan € 440.000. In 2022 is deze grens nog € 400.000. Voor overig onroerend goed wordt de overdrachtsbelasting met ingang van 2023 verhoogd van 8% naar 10,4%. Denk hierbij aan vakantiewoningen of beleggings-onroerend-goed.

7. Jubelton (schenking voor de eigen woning)

De jubelton wordt in 2023 verlaagd van € 106.672 naar € 28.947. In 2024 wordt de jubelton geheel afgeschaft. Schenkt u in 2022 nog een deel van de jubelton? Dan mag u in 2023 toch nog aanvullen tot € 106.672 als de ontvanger van de schenking op dat moment nog aan de voorwaarden voldoet (tussen 18 en 40 jaar oud).

De huidige spreidingsmogelijkheid vervalt voor schenkingen die starten in 2023. De spreidingsmogelijkheid voor schenkingen die voor het eerst gedaan zijn in 2022 geldt nog wel voor 2023. De ontvanger van de jubelton moet de ontvangen schenking in het lopende jaar of uiterlijk in twee jaar daarna uitgegeven hebben aan de eigen woning.

8. Schenk- en erfbelasting

De tarieven voor de schenk- en erfbelasting blijven ongewijzigd. Wel wordt de eerste schijf verhoogd van € 130.425 naar € 137.077.

Tariefgroep I Partner en kinderen
Tariefgroep IA Kleinkinderen
Tariefgroep II Overigen
€ 0 - € 137.077
10%
18%
30%
> € 137.077
20%
36%
40%

9. Duurzaamheid

Het kabinet wil de btw op zonnepanelen op woningen vanaf 1 januari 2023 afschaffen. Particulieren hoeven de btw dan niet meer terug te vragen bij de Belastingdienst. Daarnaast was al bekend dat de salderingsregeling wordt verlengd tot en met 31 december 2024. In deze regeling streept de energieleverancier op uw jaarrekening de zonnestroom die u teruglevert weg tegen de stroom die u afneemt. Maar vanaf 1 januari 2025 wordt de saldering  jaarlijks afgebouwd en per 1 januari 2031 stopt de regeling.

De regering hecht aan het stimuleren van groen sparen en beleggen. Er ontstaan twee nieuwe rubrieken in de aangifte van box 3, namelijk groene spaartegoeden en groene beleggingen. Voorgesteld wordt om de vrijstelling van € 61.215 in box 3 eerst in mindering te brengen op de groene beleggingen. Het eventueel nog resterende deel van de vrijstelling wordt in mindering gebracht op de groene spaartegoeden. Dit geeft voor de belastingplichtige het meeste voordeel.

Als de Eerste en Tweede Kamer akkoord gaan, treedt het Belastingplan 2023 per 1 januari 2023 in werking. In blogs die de komende weken volgen, gaan we uitgebreid in op wat de wijzigingen voor u betekenen. Wilt u nu al weten wat de wijzigingen voor u persoonlijk betekenen? Neemt u dan contact op met uw private banker.

Geschreven naar de stand van zaken op 21 september 2022. 

Bent u DGA? Lees dan onze blog ‘Prinsjesdag 2022: 7 belangrijke aandachtspunten voor de DGA’

* Voor de periode 2017 tot 2022 valt contant geld niet onder spaargelden, maar onder de categorie overige bezittingen.

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

06 23 29 75 27

Mail Hanneke Kroonenberg