Prinsjesdag

Prinsjesdag 2023: vier belangrijke aandachtspunten voor de zorgprofessional

Op Prinsjesdag 2023 presenteerde demissionair minister Kaag van Financiën het Belastingplan 2024. Een aantal maatregelen was al eerder aangekondigd en is nu in de wetsvoorstellen opgenomen. Doordat het kabinet demissionair is, zijn er geen nieuwe maatregelen bekendgemaakt. In deze blog zetten wij vier belangrijke aandachtspunten voor de zorgprofessional op een rij.

1. Box 1: winst uit onderneming

Het basistarief in box 1 (inclusief premies volksverzekeringen) wordt met ingang van 2024 verhoogd van 36,93% naar 36,97%. Het toptarief in box 1 blijft ongewijzigd 49,5%. Dit tarief gaat in 2024 gelden vanaf € 75.624. Let op: dit bedrag is ten opzichte van 2023 (€ 73.031) maar geïndexeerd met 3,55% in plaats van de verwachte 9,9%. Hierdoor gaan mensen met een hoog inkomen of een hoog aanvullend pensioen er minder op vooruit dan verwacht. 

Als u winst uit onderneming geniet, heeft u recht op de MKB-winstvrijstelling. Dit is een aftrekpost op uw winst uit onderneming. De MKB-winstvrijstelling is een percentage van de behaalde winst. De MKB-winstvrijstelling wordt in 2024 verlaagd van 14% naar 12,7%. Ook de zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren verlaagd (zie tabel).

 

Jaar Zelfstandigenaftrek
2023  € 5.030
2024  € 3.750
2025  € 2.470
2026  € 1.200
2027  € 900

 

Heeft uw onderneming een pand op de balans staan dat binnen de onderneming gebruikt wordt? Dan kunt u nu nog afschrijven tot 50% van de WOZ-waarde. Met ingang van 2024 wordt dit beperkt. U kunt dan nog maar afschrijven tot 100% van de WOZ-waarde. Daarmee wordt dit voor de inkomstenbelasting gelijkgetrokken aan de afschrijving binnen de vennootschapsbelasting. Voor panden die vóór 1 januari 2024 al op de balans stonden en waarop minder dan drie jaar is afgeschreven, geldt een overgangsregeling. Voor deze gebouwen gaat de regel van 100% van de WOZ-waarde pas gelden nadat er drie jaar is afgeschreven. 


2. Box 1: eigen woning

Het eigenwoningforfait blijft 0,35%. Als de WOZ-waarde van de woning hoger is dan € 1,2 miljoen is het percentage voor de waarde boven dit bedrag 2,35% (ook ongewijzigd). De korting op het eigenwoningforfait van de wet Hillen wordt ieder jaar lager en zorgt voor een hogere bijtelling. Heeft u geen hypotheek en heeft uw woning bijvoorbeeld een WOZ-waarde van € 500.000? Dan moet u in 2024 toch € 350 eigenwoningforfait (6/30 x € 500.000 x 0,35%) bijtellen in box 1.

De hypotheekrenteaftrek blijft ongewijzigd. De aftrek is voor iedereen maximaal 36,97%.

 

Wist u dat Van Lanschot Kempen ook hypotheken voor medici aanbiedt? Klik hier voor meer informatie.

3. Box 3

In 2024 hebben we nog altijd te maken met een forfaitaire heffing over drie categorieën: ‘banktegoeden’, ‘overige bezittingen’ en ‘schulden’. De forfaitaire rendementen van de categorie ‘banktegoeden’ en van de categorie ‘schulden’ worden pas na het einde van het belastingjaar definitief. Het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ voor 2024 gaat dalen, van 6,17% naar 6,04%. Het tarief voor box 3 wordt per 2024 verhoogd van 32% naar 34%. Dit leidt tot een effectieve belastingdruk van 2,05% (6,04%*34%) over deze categorie. Het heffingsvrije vermogen per fiscaal partner blijft € 57.000.

Aanpassingen in de categorieën

In de categorieën van box 3 zijn een paar aanpassingen:

  • het aandeel in het tegoed van het reservefonds van de vereniging van eigenaren (VvE) gaat van de categorie ‘overige bezittingen’ naar de categorie ‘banktegoeden’; 
  • hetzelfde gaat ook gelden voor het aandeel in de derdengeldenrekening van een notaris of een deurwaarder. Denk hierbij aan de 10% die al vooruit wordt betaald bij de aankoop van een woning;
  • onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners worden gedefiscaliseerd voor box 3. Dit geldt ook voor vorderingen van minderjarige kinderen op hun ouders. Dat voorkomt dat er box 3-belasting verschuldigd is over het verschil tussen het hoge forfaitaire rendement over de vordering (2023 6,17%) en de lagere aftrek van rente over schulden (voorlopige schatting 2023 2,57%). 

Deze wijzigingen gaan met terugwerkende kracht in op 1 januari 2023.

De Hoge Raad doet naar verwachting eind 2023 of begin 2024 uitspraak over de rechtmatigheid van de huidige tijdelijke herstelwetgeving voor box 3. De advocaat-generaal heeft op 18 september 2023 in zijn advies aan de Hoge Raad aangegeven dat hij de herstelwetgeving strijdig acht met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht. Het is dus nog afwachten of de Hoge Raad dit advies overneemt.

Het is nog steeds de bedoeling dat het box 3-systeem per 1 januari 2027 wordt gewijzigd in een heffing over het werkelijke rendement. De contouren van dit nieuwe box 3-stelsel zijn half september 2023 bekendgemaakt.

4. Box 3-vermogen overbrengen naar een BV?

Heeft u vermogen in box 3 in de categorie ‘overige bezittingen’ met een relatief lage rendementsverwachting? Dan kan het interessant zijn om dat vermogen onder te brengen in een BV. Het werkelijke gerealiseerde rendement wordt dan belast met vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting in box 2. De vennootschapsbelasting kent twee tarieven: 19% tot € 200.000, daarboven 25,8%. Ook de box 2-heffing kent vanaf 2024 twee tarieven: tot € 67.000 – bij partners € 134.000 – 24,5%, voor het meerdere 31%. Als we voor 2024 uitgaan van een fictief rendement op overige bezittingen van 6,04% en een box 3-tarief van 34% dan leidt dit effectief tot een heffing van 2,05% over de waarde van uw overige bezittingen op 1 januari 2024. Als we de box 3-heffing vergelijken met de heffing van vennootschapsbelasting en box 2 voor de BV dan zijn de onderstaande omslagrendementen van toepassing. Is het rendement hoger dan in de tabel, dan is box 3 aantrekkelijker.

 Gecombineerd tarief Vpb/box 2 Omslagrendement 
 Vpb 19%, box 2 24,5%, combi 38,85%  5,29%
 Vpb 19%, box 2 31%, combi 44,11%  4,66%
 Vpb 25,8%, box 2 24,5%, combi 43,98%  4,67%
 Vpb 25,8%, box 2 31%, combi 48,80%  4,21%


Overweegt u vermogen van box 3 over te brengen naar een BV? Laat u dan goed adviseren door uw fiscalist. Daarbij moet u er rekening mee houden dat het de bedoeling is om vanaf 2027 ook in box 3 belasting te heffen over het werkelijk gerealiseerd rendement in plaats van een fictief rendement.


Als de Eerste en Tweede Kamer akkoord gaan, treedt het Belastingplan 2024 per 1 januari 2024 in werking. Wilt u weten wat de wijzigingen in het belastingplan voor u persoonlijk betekenen? Neemt u dan u contact op met uw fiscalist. Uw private banker denkt natuurlijk ook graag met u mee.

Geschreven naar de stand van zaken op 20 september 2023.

Bent u DGA? Lees dan onze blog ‘Prinsjesdag 2023: zeven belangrijke aandachtspunten voor de DGA’.
Bent u een vermogende particulier? Lees dan onze blog ‘Prinsjesdag 2023: vijf belangrijke aandachtspunten voor de vermogende particulier’.


Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat de beste keuze voor u is.

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

Phone06 23 29 75 27EmailMail Hanneke Kroonenberg