Niet te veel erfbelasting betalen na overlijden eerste ouder? Leg de vordering goed vast

Inhoudsopgave

Het overlijden van een van de ouders is een ingrijpende en emotionele gebeurtenis. Na enige tijd komt daar ook de afwikkeling van de nalatenschap bij kijken, inclusief de aangifte erfbelasting. In de meeste gevallen wordt de nalatenschap zodanig afgewikkeld dat de langstlevende ouder de beschikking houdt over het totale vermogen. De kinderen ontvangen hun erfdeel nog niet, maar krijgen een vordering op de langstlevende ouder. Die vordering wordt in de meeste gevallen pas opeisbaar als de langstlevende ouder overlijdt.

Over de vordering moeten de kinderen wel degelijk erfbelasting betalen. Omdat de kinderen nog niets krijgen, moet de langstlevende ouder dit voorschieten. Meestal wordt dat verrekend met de vordering. In een aantal gevallen mag voor de berekening van de erfbelasting de vordering verlaagd worden. Hoe wordt de hoogte van de vordering van de kinderen vastgesteld waar de erfbelasting over wordt berekend? 

Een voorbeeld

  • Stel dat een echtpaar in gemeenschap van goederen is getrouwd en één kind heeft.
  • Ze hebben een eigen woning met een vrije verkoopwaarde van € 1,8 miljoen (WOZ-waarde van € 1,2 miljoen).
  • Daarnaast hebben ze een effectenportefeuille van € 1,5 miljoen.

Vader overlijdt. De nalatenschap is de helft van de woning en de helft van de effectenportefeuille. Moeder en kind zijn erfgenamen, ieder voor 1/2e deel. Moeder (75 jaar) krijgt de woning en de effectenportefeuille, en het kind krijgt een vordering op moeder. Omdat er een woning in de nalatenschap zit, mag voor de berekening van de erfbelasting worden uitgegaan van de lagere WOZ-waarde. Het kind krijgt dan een vordering van € 675.000 (1,2 miljoen x 1/2 x 1/2 + 1,5 miljoen x 1/2 x 1/2).


Afhankelijk van de hoogte van de rente die moeder en kind afspreken (tussen de 0% en de 6% samengestelde rente) bedraagt de erfbelasting voor het kind tussen € 103.000 en € 117.000.

Werkelijke waarde of WOZ-waarde

Voor de berekening van de erfbelasting over de vordering van het kind mag dus uitgegaan worden van de WOZ-waarde van de woning. Maar de werkelijke waarde van de woning is € 600.000 hoger. Op basis van de werkelijke waarde is de vordering van het kind op moeder € 150.000 hoger. Wat gebeurt er nu als moeder na een aantal jaren overlijdt? Met welke vordering wordt dan rekening gehouden? Is dat de vordering op basis van de WOZ-waarde of is dat de hogere vordering op basis van de werkelijke waarde ten tijde van het overlijden van vader?

De Hoge Raad heeft bepaald dat dan de vordering op basis van de werkelijke waarde in mindering mag komen op de nalatenschap van moeder. En dat scheelt dan maximaal 20% erfbelasting over de hogere vordering. Zeker als de vordering nog eens met 6% samengestelde rente is verhoogd, kan het voordeel behoorlijk oplopen.

Nalatenschap vader
Werkelijke waarde (civiel)
Waarde voor erfbelasting (fiscaal)
½ woning + ½ portefeuille
€ 1.650.000
€ 1.350.000
Per erfgenaam ½
€ 825.000
€ 675.000
Af: voorgeschoten erfbelasting
€ 103.000
€ 103.000
Vordering kind op moeder
€ 722.000
€ 572.000
Stel dat moeder later overlijdt en het vermogen is nog hetzelfde (woning en portefeuille), dan ziet de nalatenschap van moeder er als volgt uit (zonder rente op de vordering):

Nalatenschap moeder
Werkelijke waarde
Waarde voor erfbelasting
Woning + portefeuille
€ 3.300.000
€ 2.700.000
Schuld aan kind
€ 722.000
€ 722.000
Erfenis kind
€ 2.578.000
€ 1.978.000
De besparing erfbelasting bij overlijden van moeder door de hogere civiele vordering van het kind bedraagt € 30.000 (20% over € 150.000). Als moeder en kind hebben afgesproken dat de vordering elk jaar verhoogd wordt met een bedrag aan rente, dan is het voordeel nog groter.

Vakantiewoning en beleggingspanden

Ook voor tweede woningen en verhuurde woningen geldt dat de WOZ-waarde bepalend is voor de berekening van de erfbelasting. Ook daar kunnen behoorlijke verschillen zijn met de werkelijke waarde. Zeker bij verhuurde woningen met huurbescherming speelt dit. Daar mag de WOZ-waarde nog eens verminderd worden met 15% tot 55% op basis van de leegwaarderatio. 

Vastleggen van de civiele vordering

Vaak wordt er bij overlijden van de eerste ouder alleen maar een aangifte erfbelasting gedaan, waarbij de woning voor de WOZ-waarde opgegeven wordt en de vordering van de kinderen gebaseerd wordt op deze WOZ-waarde. Vervolgens kijkt niemand hier meer naar. Deze vorderingen hoeven ook niet vermeld te worden in de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting. Kinderen geven de vordering dus niet op als bezit in box 3, en de langstlevende ouder neemt deze schuld ook niet mee in de aangifte. Als jaren later de langstlevende ouder overlijdt, bestaat er grote kans dat de fiscale vordering uit de aangifte erfbelasting wordt gevolgd in plaats van de civiele vordering of, nog erger, dat de vordering helemaal wordt vergeten.


Kortom: leg bij overlijden van de eerste ouder de civiele vordering van de kinderen en de afgesproken rente goed vast, al dan niet in een notariële akte. Laat de woning taxeren of onderbouw op een andere manier de hoogte van de vordering. 

Meer weten?

Onze private bankers denken graag met u mee. Maar laat u vooral goed adviseren door uw notaris, accountant en/of fiscalist.


Geschreven naar de stand van zaken op 28 juli 2022.

Maak een afspraak

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en bevat geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat voor u de beste keuze is.

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

Phone06 23 29 75 27EmailMail Hanneke Kroonenberg

Alle artikelen van Hanneke Kroonenberg