Een nieuw kabinet: dit zijn 5 mogelijke fiscale toekomstplannen

Op 12 februari 2024 heeft demissionair staatssecretaris Van Rij het rapport 'Belastingen in maatschappelijk perspectief: Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel' naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Het rapport is de opvolger van het ‘bouwstenen-rapport’ uit 2020 . Het nu voorliggende ‘rapport bouwstenen 2.0’ schetst een beeld van mogelijke toekomstige belastingwijzigingen. 


In deze blog bespreek ik vijf opvallende beleidsopties waarmee vermogende particulieren en DGA’s in de toekomst mogelijk rekening moeten houden.

Inhoudsopgave

1. Vpb en box 2: aanpassing tarieven

De vennootschapsbelasting (Vpb) kent op dit moment twee belastingtarieven: 19% voor winsten tot en met € 200.000 en 25,8% voor het meerdere aan winst. In het rapport van 12 februari wordt geadviseerd om één Vpb-tarief te introduceren ter vervanging van de bestaande twee. Het Vpb-tarief zou dan moeten uitkomen op ongeveer 24%, wat min of meer gelijk is aan het Europees gemiddelde.

Ook wordt voorgesteld het tarief voor aanmerkelijk belang (AB) in box 2 aan te passen. Uitgaande van één Vpb-tarief van 24%, zouden de AB-tarieven 29,5% (laag, tot € 67.000) en 33,5% (hoog, boven € 67.000) moeten bedragen. De huidige AB-tarieven (2024) zijn 24,5% respectievelijk 33%. Dit voorstel zou dus leiden tot een behoorlijke stijging van de gecombineerde belastingdruk van het lage AB-tarief en het Vpb-tarief.

2. Lenen uit eigen BV: verder beperken

Heeft een DGA op 31 december 2024 meer dan € 500.000 geleend van zijn eigen BV, dan moet hij over het meerdere belasting in box 2 betalen. Eigenwoningleningen in box 1 tellen niet mee voor de grens van € 500.000. Vorig jaar bedroeg de grens nog € 700.000.

In het rapport wordt voorgesteld om alle schulden bij de eigen vennootschap, dus inclusief eigenwoningschulden, te belasten in box 2. Uit praktische overwegingen wordt een (rekening-courant)lening van maximaal € 17.500 toegestaan. Met deze mogelijke maatregel wordt de grens van excessief lenen dus verder verlaagd tot € 17.500 en komt de uitzondering voor eigenwoningleningen te vervallen.

3. Schenk- en erfbelasting: aanpassing tarieven en vrijstellingen

Voor de tarieven in de schenk- en erfbelasting worden twee varianten voorgesteld. Beide varianten kunnen leiden tot een hogere heffing. Dit komt doordat de tarieven in beide varianten worden aangepast en er tegelijkertijd een derde schijf wordt voorgesteld. Deze schijf gaat al gelden vanaf € 300.000.

Tarieven schenk- en erfbelasting

Tarieven 2024
Variant A (2027)
Variant B (2027)
Tariefgroep 1: partners en kinderen
 
Eerste schijf
10%
10%
15%
Tweede schijf
20%
20%
25%
Derde schijf
-
40%
37,5%
Tariefgroep 1a: (achter-)kleinkinderen
 
Eerste schijf
18%
18%
15%
Tweede schijf
36%
36%
25%
Derde schijf
-
56%
37,5%
Tariefgroep 2: overige
 
Eerste schijf
30%
30%
15%
Tweede schijf
40%
40%
25%
Derde schijf boven de € 300.000
-
60%
37,5%
Daarnaast worden er ook voorstellen gedaan om de vrijstellingen aan te passen. De partnervrijstelling blijft in deze voorstellen behouden op ongeveer hetzelfde niveau.

4. BOR-vrijstelling: verder beperken

De huidige vrijstelling in de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) bedraagt 100% over de eerste € 1.325.253 aan ondernemingsvermogen en 83% over het meerdere. Per 2025 wordt die 83% al verlaagd naar 75%.

In het rapport staat het advies om de BOR-vrijstelling verder te versoberen. Voorgesteld wordt om de vrijstelling te verlagen naar een uniform percentage van 25%. Mocht dit een stap te ver zijn, dan kan worden overwogen om de 100%-vrijstelling over € 1.325.253 te handhaven en alleen de vrijstelling van 83% (75% per 1 januari 2025) te verlagen naar 25%.

5. Hypotheekrenteaftrek: afbouwen

Met betrekking tot de hypotheekrenteaftrek worden diverse voorstellen gedaan, die zeer uiteenlopend zijn. De voorstellen zijn allemaal gericht op het versoberen van de aftrekpost en het eenvoudiger maken van de regeling.

Hierbij kunt u onder andere denken aan het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek in twintig jaar, het verhogen van het eigenwoningforfait en het versneld afbouwen van de Wet Hillen. Maar ook het defiscaliseren van de eigen woning wordt genoemd.

U hoeft uw eigen woning dan niet meer op te geven in uw belastingaangifte. Dat betekent dat u geen belasting meer betaalt over uw woning en dat u de hypotheekrente ook niet meer kunt aftrekken.

Wat betekent dit voor u?

Zolang deze plannen nog niet zijn omgezet naar wetsvoorstellen verandert er nog niets voor u. Maar gezien de potentiële impact van deze plannen is het belangrijk om mogelijke wijzigingen goed te blijven volgen en hierop te anticiperen zodra dat mogelijk is. Wij houden u op de hoogte via onze blogs.


Geschreven naar de stand van zaken op 23 februari 2024.

Meer informatie?

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Informeer dan bij uw fiscalist. Ook uw private banker wisselt hierover graag van gedachten met u. Nog geen klant? Maak dan vrijblijvend een afspraak.
Maak een afspraak

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat de beste keuze voor u is.

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

Phone06 23 29 75 27EmailMail Hanneke Kroonenberg

Alle artikelen van Hanneke Kroonenberg