Orthodontisten Erik Reukers en Mignon Kindt-Ackermans: ‘Je moet elkaar ook iets gunnen’
Mignon Kindt-Ackermans begon in de praktijk van Erik Reukers als waarnemer, is toegetreden als maat in zijn orthodontistenpraktijk in Nijmegen en neemt misschien in de toekomst de praktijk over als Erik met pensioen gaat. ‘Ik ben op tijd gaan nadenken over het afronden van mijn loopbaan. Als je dat uitstelt, heb je niks meer te kiezen.’
Het begin van de samenwerking
Erik: ‘Naast de vestiging in Nijmegen wilde ik tien jaar geleden ook in Lent een vestiging openen, een paar dagen per week. Dat is een nieuwbouwwijk aan de overkant van de Waal, waar nog geen ortho zat. Maar met zo’n volumevergroting had ik een extra orthodontist nodig, dat kon ik niet alleen. Bovendien had ik in mijn achterhoofd dat ik over een aantal jaar zou willen afbouwen. Klikt het, zou die extra kracht misschien maat kunnen worden. Dus vroeg ik aan een bevriende hoogleraar: ken jij niet iemand die hier zou passen? Zij tipte Mignon.’
Mignon: ‘In eerste instantie kwam ik als waarnemer. Dat is een mooie manier om een praktijk beter te leren kennen. Na mijn opleiding heb ik dat een tijd gedaan. Ik kon bij allerlei praktijken in de keuken kijken. Dan merk je welke werkwijze bij je past, en wat juist niet. Een grootschalige praktijk, waar soms wel tien mensen tegelijk in de stoel liggen en waar de orthodontisten van de ene naar de andere kamer hollen, past niet goed bij me. Deze praktijk voelde meteen vertrouwd. Ik begon met één dag per week, in de loop van de tijd is dat verder opgebouwd.’
Geen grote verschillen
Erik: ‘Mignon en ik lijken op elkaar, we zijn allebei analytisch en rustig. Jaren geleden hebben we een psychologisch persoonlijkheidsonderzoek laten doen met alle medewerkers in de praktijk, om te kijken hoe ons team in elkaar steekt. Ik heb dat rapport net weggegooid, maar ik weet nog dat erin stond dat er geen grote verschillen tussen Mignon en mij te verwachten zijn. Een bevestiging van mijn gut feeling dat het goed zit. We hebben daarna een plan gemaakt voor onze maatschap.’
Mignon: ‘In het begin overlegde ik veel met Erik, elk behandelplan legde ik aan hem voor, zodat we konden overleggen. Dat hoeft steeds minder, ik weet wat hij ergens van vindt en hij weet dat van mij. We hebben dezelfde werkethiek. Toen we na vijf jaar besloten dat ik maat zou worden in deze praktijk was ik blij, want ik wilde meer vastigheid dan die waarnemingen. De financiën van die inkoop hebben we geregeld via een constructie met een geleidelijke inkoop, in de loop van vijf jaar betaal ik mijn deel.’
Erik: ‘Mignon is een stuk zakelijker dan ik, zij kan makkelijker nee zeggen. Ik ben een watje, ik ben veel te vriendelijk voor de medewerkers. Ik ben blij dat ze er is. Als een medewerker iets aan me vraagt en ik weet niet wat ik moet, kan ik zeggen: ik overleg het even met Mignon.’
Mignon: ‘We gaan in deze praktijk relaxt met elkaar om. Het was even wennen toen ik maat werd, want toen veranderde mijn rol in de praktijk. Als waarnemer sta je in de hiërarchie onder de assistentes, nu was er ineens een gezagsverhouding. Moest ik die functioneringsgesprekken voeren en beslissen over salarisverhogingen en dat soort zaken. Gelijke monniken, gelijke kappen. Ik vind het niet goed als de verschillen in salaris of arbeidsvoorwaarden tussen de medewerkers uit elkaar lopen. Dus daar ben ik heel straight in.’
Nieuwe technologie
Mignon: ‘Ik dacht in het begin dat Erik conservatief zou zijn als het gaat over nieuwe technologie. Als jonge orthodontist wil je juist graag nieuwe technieken en behandelmethodes uitproberen. Erik is behoudend. Hij gaat kijken naar innovaties als hij ziet dat het efficiënter of eenvoudiger kan zijn. Om voor het behandelplan goed zicht te krijgen van de stand van de tanden, kun je met 3D-scanners een gebit scannen. In de computer draaien we die scans digitaal alle kanten uit om te zien wat en hoe we gaan corrigeren. Maar Erik werkt liever met de ouderwetse gipsmodellen. Je weet wel, dat je in zo’n lepel moet ‘happen’. Pas na een paar jaar aandringen van mijn kant hebben we nu ook zo’n scanner in de praktijk. Stuk duurzamer, toch?’
Toekomst van de praktijk
Mignon: ‘Daar zijn verschillende scenario’s voor te bedenken. Ik zou Erik kunnen uitkopen en er iemand bij zoeken om daarmee een samenwerking stap voor stap op te bouwen, zoals Erik en ik ook zijn begonnen. Of we zoeken een ervaren orthodontist die Eriks aandeel overneemt. Daar moeten we over gaan praten. Want er hangen ook financiële consequenties aan.’
De praktijk delen
Erik: ‘Ik vind het niet moeilijk om mijn praktijk met Mignon te delen. Haantjesgedrag heb ik niet. Ik zie het zo: in je eentje ga je sneller, met z’n tweeën kom je verder. We hebben allebei een eigen adviseur, met elkaar overleggen we over het gezamenlijk belang van de praktijk.’
Mignon: ‘Je moet kunnen delen, je moet elkaar iets kunnen gunnen. We overleggen en we bewegen met elkaar mee. We hebben bijvoorbeeld een gezamenlijk patiëntenbestand, niet elk onze eigen patiënten. Dat betekent dat we elkaar volledig vertrouwen en dat we elkaars werk altijd kunnen overnemen.’
Erik: ‘Je hoort vaak dat zo’n maatschap-samenwerking stuk loopt. Niet door zakelijke redenen, maar omdat mensen niet met elkaar door de deur kunnen. Knallende ruzies in de praktijk. Dat gaat bij ons sowieso niet gebeuren.'
Wist u dat Van Lanschot Kempen ook hypotheken voor medisch specialisten aanbiedt? Klik hier voor meer informatie.