Uitstel nieuw box 3-stelsel zorgt voor stijging forfaitair rendement

Het is de bedoeling dat een nieuw box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement wordt ingevoerd. Dit nieuwe box 3-stelsel zou eigenlijk per 2027 in werking moeten treden, maar dat is niet haalbaar voor de Belastingdienst. Het nieuwe box 3-stelsel wordt nu dus definitief uitgesteld naar 2028. Om deze invoeringsdatum te halen, moet de nieuwe wetgeving (Wet werkelijk rendement box 3) uiterlijk op 15 maart 2026 worden aangenomen door de Tweede Kamer.

De Raad van State, een belangrijk adviesorgaan van de overheid, heeft kortgeleden een zeer kritisch advies uitgebracht over het nieuwe box 3-stelsel. Ze adviseren de regering om het wetsvoorstel niet in deze vorm in te dienen en de vormgeving van het box 3-stelsel opnieuw te bekijken.

 

De staatssecretaris laat weten dat het advies voor het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 inhoudelijk wordt bestudeerd en dat mogelijkheden worden afgewogen. In januari 2025 komt het kabinet met een reactie. Op 30 januari 2025 staat er een commissiedebat over box 3 gepland.

Het uitstel van het nieuwe box 3-stelsel heeft tot gevolg dat het huidige box 3-stelsel met forfaitaire rendementen geldig blijft tot en met 2027. Als het werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement, kan een belastingplichtige gebruikmaken van een tegenbewijsregeling. Meer hierover leest u in onze blog ‘Hoge Raad: box 3 moet uitgaan van werkelijk rendement’.

 

De staatssecretaris heeft wetgeving over de tegenbewijsregeling voorbereid: de ‘Wet tegenbewijsregeling box 3’. De planning is dat het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2025 wordt ingediend bij de Tweede Kamer. De bedoeling is dat deze wet per 1 juni 2025 in werking treedt. Belastingplichtigen kunnen dan vanaf belastingjaar 2025 in de aangifte inkomstenbelasting hun werkelijk rendement voor de tegenbewijsregeling opgeven. Voor eerdere belastingjaren komt er een apart formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ beschikbaar.

Het uitstel van het nieuwe box 3-stelsel heeft ook een budgettaire derving van ongeveer € 2,5 miljard tot gevolg. Naast het verlagen van het heffingsvrij vermogen heeft het kabinet voorlopig besloten om dit tekort binnen box 3 te dekken door een aanpassing van de berekeningswijze van het forfaitaire rendement voor overige bezittingen. Hierdoor stijgt het forfaitaire rendement voor overige bezittingen vanaf 2026 voorlopig met 1,78%-punt. Ter indicatie: voor 2025 zou deze stijging leiden tot een forfaitair rendement van 5,88% + 1,78% = 7,66% (het forfaitaire rendement voor 2026 is nog niet bekend). Het heffingsvrij vermogen zou dalen naar € 52.048.

 

In het voorjaar van 2025 wordt definitief besloten over de budgettaire dekking voor box 3. Het is mogelijk dat alsnog voor een andere invulling wordt gekozen.

Wij blijven de ontwikkelingen over box 3 volgen en houden u op de hoogte via onze blogs.

Wilt u weten wat de veranderingen in box 3 voor u betekenen? Informeer dan bij uw fiscalist. Ook uw private banker wisselt hierover graag van gedachten met u. Nog geen klant? Maak vrijblijvend een afspraak met één van onze bankers.

Geschreven naar de stand van zaken op 17 december 2024.