Is wijziging van algehele gemeenschap van goederen in gemeenschap van goederen met ongelijke delen een schenking?

Bent u in gemeenschap van goederen gehuwd of hebben u en uw partner huwelijkse voorwaarden opgesteld? Het is mogelijk om deze afspraken tijdens uw huwelijk te veranderen en de bezittingen alsnog op een andere manier tussen u beiden te verdelen. Maar kan dat zomaar? Of betekent dat dan misschien dat de ene partner de andere partner een schenking doet waarover belasting betaald moet worden? In deze blog bespreek ik een situatie, waarover de Hoge Raad op 16 februari 2024 een belangrijke uitspraak heeft gedaan.

Wat was het geval?

Een man en vrouw waren – na jaren samenwonen – in 2015 getrouwd in de wettelijke gemeenschap van goederen. Ze hadden vanaf dat moment dus allebei recht op 50% van de gemeenschappelijke bezittingen. In 2017, de man was toen ziek, hebben ze dit omgezet in huwelijkse voorwaarden. Daarin spraken ze af dat de vrouw recht had op 90% van de gemeenschap van goederen en de man op 10%. Dit soort huwelijkse voorwaarden wordt ook wel een gemeenschap van goederen met ongelijke delen genoemd.

Binnen 180 dagen* na het maken van deze huwelijkse voorwaarden overleed de man. De vraag die voorgelegd werd aan de Hoge Raad was of er erfbelasting betaald moest worden over 10% of, volgens de belastinginspecteur, over 50% van de gemeenschap van goederen. Het verschil in de te betalen erfbelasting bedroeg zo’n € 230.000, dus het belang was groot.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad besliste in het voordeel van mevrouw. Het aangaan van een gemeenschap van goederen, al dan niet met ongelijke delen, is op zichzelf geen schenking. Er gaat op dat moment nog geen vermogen over van de een naar de ander. Dat gebeurt pas als de gemeenschap van goederen daadwerkelijk verdeeld moet worden, bijvoorbeeld bij het einde van het huwelijk door echtscheiding of overlijden.


Er is alleen sprake van wetsontduiking (fraus legis) als overduidelijk is dat het aangaan van de gemeenschap van goederen met ongelijke delen gedaan is om erfbelasting te voorkomen én het zo goed als zeker is dat de minst gerechtigde (in dit voorbeeld de man) eerder overlijdt dan de meest gerechtigde (in dit voorbeeld de vrouw). In die situatie wordt dan toch 50% van de gemeenschap van goederen belast met erfbelasting. Het bestaan van ongelijke sterftekansen alleen is dus niet voldoende. Het moet zo goed als zeker zijn dat het eerdere overlijden van de minst gerechtigde plaatsvindt. En dat was volgens de Hoge Raad hier niet het geval. De belastinginspecteur had hier niet genoeg bewijs voor aangeleverd.

Optimale estate planning?

In dit geval bespaarde mevrouw ongeveer € 230.000 erfbelasting. Maar stel dat zij onverhoopt toch eerder dan haar man was overleden? Dan was de man ongeveer € 580.000 erfbelasting verschuldigd geweest, zo’n € 350.000 meer dan zonder aanpassing van de gemeenschap van goederen. Helemaal zonder risico is een wijziging naar een gemeenschap van goederen met ongelijke delen dus niet.


Als de partners kinderen hebben, is het met een goed testament vrijwel altijd gunstiger om de 50%/50%-gerechtigheid in stand te laten. Gemeten over het overlijden van beide ouders is dan in totaal de minste erfbelasting verschuldigd. 

Aanpassing wetgeving?

In 2017 is er al eens een wetsvoorstel gelanceerd om dit soort vermogensverschuivingen via huwelijkse voorwaarden aan te pakken. De globale inhoud van dat wetsvoorstel was, dat er sprake is van een belaste schenking of erfenis als de “minst rijke” partner door de huwelijkse voorwaarden meer krijgt dan 50% van het gezamenlijke vermogen. Dat wetsvoorstel is toen ingetrokken. In het Bouwstenenrapport van januari 2024 wordt deze optie weer voorgesteld als mogelijke maatregel om ongewenste belastingontwijking tegen te gaan.


Misschien geeft deze actuele uitspraak van de Hoge Raad aanleiding om het oude wetsvoorstel weer van stal te halen. We houden u op de hoogte via onze blogs.


*Schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden worden alsnog meegeteld voor de berekening van de erfbelasting.

Geschreven naar de stand van zaken op 1 maart 2024.

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat de beste keuze voor u is.

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

06 23 29 75 27

Mail Hanneke Kroonenberg

Alle artikelen van Hanneke Kroonenberg