6 eindejaarstips 2024: voor de DGA
1. Dividend uitkeren in 2024?
Sinds dit jaar hebben we twee tarieven in box 2. In 2024 bedraagt het tarief 24,5% over de eerste € 67.000 en 33% over het meerdere boven € 67.000. Per 2025 wordt het hoge box 2-tarief verlaagd van 33% naar 31%. Daarnaast wordt naar verwachting de grens van € 67.000 verhoogd naar € 67.804. Deze grens geldt per fiscaal partner, dus partners kunnen hier twee keer gebruik van maken.
Wanneer is het zinvol om in 2024 extra dividend uit te keren? Het lijkt in ieder geval interessant om in 2024 gebruik te maken van het lage box 2-tarief en een dividend van € 67.000 (per partner) uit te keren. Dit leidt tot een belastingvoordeel van 6,5% over de dividenduitkering, als de verwachting is dat anders in de toekomst tegen het hoge box 2-tarief van 31% moet worden afgerekend.
Wanneer is het zinvol om te wachten tot 2025 met dividend uitkeren? Als u een dividenduitkering wilt doen van meer dan € 67.000 (per fiscaal partner), dan lijkt het interessant om daarmee te wachten tot 2025. Het hoge box 2-tarief daalt dan met 2% naar 31%.
2. Dividend 2024 daadwerkelijk uitbetalen?
Kiest u ervoor om in 2024 een dividenduitkering uit uw BV te doen? Dan komt deze uitkering – na inhouding van 15% dividendbelasting door de BV – in principe in uw box 3-vermogen terecht en telt dus op 1 januari 2025 (de peildatum) mee voor uw box-3 belasting over 2025.
Als u de dividenduitkering eind 2024 meteen weer gebruikt als kapitaalstorting (agio) in uw BV, voorkomt u dat het in box 3 komt. Een andere optie is dat de BV het dividend nog niet daadwerkelijk aan u uitkeert, maar schuldig blijft. In dat geval heeft u als DGA een vordering op uw eigen BV en die wordt belast in box 1 in plaats van in box 3. Laat u door uw fiscalist goed voorlichten wat voor u de meest interessante optie is.
3. Excessief lenen
Vorig jaar is de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap in werking getreden. Dit jaar is de grens weer verlaagd van € 700.000 naar € 500.000. Als u op 31 december 2024 meer dan € 500.000 van uw BV heeft geleend, wordt over het meerdere in box 2 belasting geheven tegen maximaal 33%. Ook leningen aan verbonden personen (dat zijn (klein)kinderen en (groot)ouders) tellen mee boven een grens van € 500.000 per verbonden persoon.
Eigenwoningleningen waarvan de rente in box 1 in aftrek komt, zijn in principe uitgezonderd van deze heffing. Let op: als uw BV deze eigenwoninglening na 1 januari 2023 heeft verstrekt, moet er wel een hypotheekrecht voor de BV gevestigd zijn. Zo niet, dan telt deze lening ook mee als excessieve lening. Als u de hypothecaire inschrijving dit jaar nog moet regelen, houd er dan rekening mee dat notarissen het erg druk hebben aan het eind van het jaar. Heeft de bank al de eerste hypothecaire inschrijving dan zal deze toestemming moeten geven voor een tweede inschrijving door de BV. Ook dit neemt tijd in beslag waar u rekening mee moet houden.
Welke acties kunt u dit jaar nog ondernemen om deze heffing te voorkomen? Allereerst kunt u de lening bij de BV aflossen met privébezittingen, bijvoorbeeld een beleggingsportefeuille of vorderingen. Met het overdragen van onroerend goed moet u rekening houden met de overdrachtsbelasting van 10,4%. Een andere mogelijkheid is het oversluiten van de schuld aan de BV naar een financiële instelling.
In sommige gevallen kan het ook interessant zijn om de excessieve lening gewoon in stand te houden en de box 2-heffing voor lief te nemen. Het is dan wel belangrijk om na te gaan of er voldoende liquide middelen zijn om de box 2-heffing te betalen. Aandachtspunt: Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de wijze waarop heffing in box 3 plaatsvindt nog steeds in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens . Op dit moment zijn er fiscalisten die denken dat dit ook kan gelden voor de regels van excessief lenen. Neem bij uw beslissing om eventueel bezwaar te maken ook mee dat het box 2-tarief per 2024 is verhoogd van 26,9% naar maximaal 33%. Mogelijk is het dus niet interessant om bezwaar te maken. Als u besluit om bezwaar te maken, doe dit dan op tijd.
Raadpleeg altijd uw fiscalist voordat u een besluit neemt.
4. Gebruik de bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR)
De fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen bestaan uit een vrijstelling in de schenk- en erfbelasting en een doorschuifregeling voor het aanmerkelijk belang in box 2. Deze regelingen gelden bij de overdracht van een onderneming aan bijvoorbeeld de volgende generatie. Dit kan spelen bij overlijden, maar ook bij schenking. De regeling is fiscaal erg gunstig, maar er moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De voorwaarden van de bedrijfsopvolgingsregelingen worden de komende jaren gewijzigd.
Zo is het in 2025 mogelijk om gebruik te maken van de doorschuifregeling in box 2 zonder dat uw kinderen drie jaar op de loonlijst staan. Uw kinderen moeten dan wel een minimumleeftijd van 21 jaar hebben. Vanaf 2025 wordt ook de voorzettingstermijn verkort van vijf naar drie jaar. Draagt u in 2024 de onderneming over aan uw kinderen? Dan geldt dus nog de voortzettingstermijn van vijf jaar. Als u uw onderneming in 2025 wilt overdragen, dan is het verstandig om alvast te starten met de voorbereidingen. Het proces van bedrijfsopvolging neemt gauw een aantal maanden in beslag. Hoe eerder in 2025 de overdracht, hoe eerder de voortzettingstermijn van drie jaar voor uw kinderen ingaat.
5. Giften aan goede doelen via de BV
Dit jaar is het laatste jaar dat u fiscaal aantrekkelijk giften kunt doen vanuit de BV. Giften aan ANBI’s (Algemeen Nut Beogende Instellingen) zijn voor de vennootschapsbelasting niet meer aftrekbaar in boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2025. Doet uw BV in 2024 nog een gift aan een ANBI? Dan is deze in de BV aftrekbaar tot 50% van de fiscale winst, met een maximum van € 100.000 per jaar. Het meerdere is niet aftrekbaar voor de Vpb. Zakelijke sponsorkosten blijven ook in 2025 aftrekbaar.
Daarnaast moet u rekening houden met de gevolgen voor box 2. Bij een gift vóór 2024 werd het meerdere van de gift bij de DGA belast in box 2 als verkapte dividenduitkering. Met ingang van 2024 is de regeling verruimd en wordt de gift niet gezien als verkapte dividenduitkering. Maar vanaf 1 januari 2025 wordt deze verruiming teruggedraaid. Daarmee is een gift door de BV niet meer aftrekbaar voor de Vpb en wordt voor de DGA de volledige gift als verkapt dividend aangemerkt en belast in box 2. Het kan dus interessant zijn om in 2024 nog via de BV giften te doen aan goede doelen.
6. Einde Open FGR en Open CV
Een open commanditaire vennootschap (Open CV) en een open fonds voor gemene rekening (Open FGR) zijn nu nog belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Dat verandert per 1 januari 2025. Dan worden deze entiteiten (op enkele uitzonderingen na) fiscaal transparant: bezittingen en schulden van de Open CV en het Open FGR worden toegerekend aan de participanten en bij hen belast. Door die fiscale transparantie moeten de participanten van een bestaande Open CV en Open FGR in principe de uitgestelde belastingclaims van de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting (voornamelijk box 2) afrekenen. Om die afrekening te voorkomen, is er overgangswetgeving waarvan alleen in 2024 gebruik gemaakt kan worden.
Lees hierover meer in onze blog ‘Open CV of Open Fonds voor Gemene Rekening? Actie nodig in 2024’.
Het Belastingplan 2025 is momenteel nog niet aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer. Er kunnen dus nog wijzigingen optreden. Naar verwachting is de stemming in de Tweede Kamer op 14 november 2024, die in de Eerste Kamer volgt op 17 december 2024.
Wat kan Van Lanschot Kempen voor u betekenen?
Uw private banker wisselt graag met u van gedachten over deze onderwerpen. Vraagt u ook altijd eerst advies aan uw fiscalist voordat u een beslissing neemt.
Lees ook de vijf eindejaarstips voor particulieren.
Geschreven naar de stand van zaken op 25 oktober 2024.