Private Banking|Professional Solutions|Investment Management|Investment Banking|Over ons
Contact
  • Oplossingen
  • Voor wie
  • Kennis & Inspiratie

Box 3-uitspraak Hoge Raad: wat betekent dit voor uw obligaties?

Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over box 3. De Hoge Raad oordeelt in deze arresten dat box 3 nog steeds in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Dit geldt zowel voor de herstelwet (voor de belastingjaren 2017 tot en met 2022) als voor de overbruggingswet (vanaf 2023). Voor box 3 moet niet een forfaitair rendement, maar het werkelijk rendement leidend zijn. Daarmee bevestigt de Hoge Raad het eerdere Kerstarrest.


In deze blog zetten wij op een rij wat de uitspraak betekent voor uw obligaties.

Forfaitair rendement 

In principe wordt inkomstenbelasting over obligaties geheven op grond van het forfaitair rendement. In 2024 bedraagt het forfaitair rendement 6,04% over de werkelijke waarde van de obligatie(s) per 1 januari. De eerste € 57.000 van het vermogen is vrijgesteld in box 3 (heffingsvrij vermogen) en als u een fiscaal partner heeft, kunt u twee keer gebruikmaken van het heffingsvrij vermogen (2x € 57.000 = € 114.000).

Werkelijk rendement

De Hoge Raad heeft in de uitspraken van 6 juni 2024 regels gegeven hoe het werkelijk rendement moet worden bepaald. Het werkelijk rendement in een jaar wordt vastgesteld op basis van:

  1. Het totale vermogen, dus inclusief banktegoeden en zonder aftrek van het heffingsvrij vermogen. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar het vermogen op 1 januari van het jaar, maar ook naar het rendement op alle vermogensbestanddelen in box 3 die de belastingplichtige in de loop van het jaar heeft gehad.
  2. Het nominale rendement, dus zonder rekening te houden met inflatie.
  3. De gerealiseerde en ongerealiseerde opbrengsten. Naast de directe opbrengsten, zoals rente, dividend en huur, moet dus ook rekening worden gehouden met positieve en negatieve waardeveranderingen van het vermogen, ongeacht of die zijn gerealiseerd.

Verder geldt bij de bepaling van het werkelijk rendement dat:

  • de rente van box 3-schulden in mindering mag worden gebracht;
  • met kosten geen rekening mag worden gehouden;
  • positieve of negatieve rendementen in andere jaren niet mogen worden verrekend. 

Wie krijgt rechtsherstel?

U komt in aanmerking voor rechtsherstel als u nog geen definitieve aanslag heeft gekregen of als u bezwaar heeft gemaakt tegen een definitieve aanslag. Of er nog meer belastingplichtigen in aanmerking komen voor rechtsherstel, is op dit moment nog niet helemaal duidelijk. De staatssecretaris geeft hier op termijn meer duidelijkheid over.

Als u in aanmerking komt voor rechtsherstel in box 3 en daarvan gebruik wilt maken, moet u bewijzen wat uw werkelijk rendement is geweest. Om te laten zien hoe complex dit kan zijn, geven we een rekenvoorbeeld voor het jaar 2023.


Voorbeeld

Mevrouw De Wit (ongehuwd) heeft op 1 januari 2023 twee obligaties met een totale waarde van € 190.000.

  • Obligatie 1 heeft een nominale waarde van € 100.000, een couponrente van 1,5% en een vervaldatum van 6 februari 2029. De werkelijke waarde van obligatie 1 bedraagt € 90.000 op 1 januari 2023 en € 95.000 op 31 december 2023. Dit betekent dat er in 2023 € 1.500 aan rente is ontvangen en dat er sprake is van een waardestijging van € 5.000.
  • Obligatie 2 heeft een nominale waarde van € 100.000, een couponrente van 2,75% (halfjaarlijks) en een vervaldatum van 1 april 2023. De werkelijke waarde van obligatie 2 bedraagt € 100.000 op 1 januari 2023. Dit betekent dat er in 2023 € 1.375 aan rente is ontvangen en dat er geen sprake is van een waardestijging.
  • Na aflossing van obligatie 2 op 1 april 2023 wordt een nieuwe obligatie aangekocht (obligatie 3) met een nominale waarde van € 100.000, een couponrente van 3,875% en een vervaldatum van 23 september 2024. De werkelijke waarde van obligatie 3 op 31 december 2023 bedraagt € 101.000. Dit betekent dat er in 2023 € 3.875 aan rente is ontvangen en dat er sprake is van een waardestijging van € 1.000.

In 2023 heeft mevrouw De Wit € 2.000 aan kosten gemaakt voor haar obligatieportefeuille.

Forfaitaire box 3-heffing in 2023

Voor de heffing op basis van forfaitair rendement is alleen de waarde van de obligaties op 1 januari 2023 van belang.

Rendement overige bezittingen
6,17% x € 190.000
€ 11.723
Forfaitair rendement
€ 11.723

Effectief rendementspercentage
€ 11.723 / € 190.000 =
6,17%
Box 3-grondslag
€ 190.000 -/- € 57.000 =
€ 133.000
Box 3-inkomen
6,17% x € 133.000 =
€ 8.206
Box 3-heffing

€ 8.206 x 32% =

€ 2.625

Werkelijk rendement in 2023

Directe opbrengsten (couponrente)
€ 1.500 + € 1.375 + € 3.875 =
€   6.750
Waardestijging obligaties
€ 5.000 + € 1.000 =
€   6.000
Kostenaftrek
niet mogelijk

€           0 -/-

Werkelijk rendement
€ 12.750
Box 3-heffing
€ 12.750 x 32%
€   4.080

Op basis van deze uitgangspunten is in dit voorbeeld een forfaitaire box 3-heffing aantrekkelijker dan een box 3-heffing op basis van werkelijk rendement. Bij het bepalen van het werkelijk rendement mogen geen kosten in aftrek worden gebracht. Ook geldt er dan geen heffingsvrij vermogen.


LET OP: U kunt niet per vermogensbestanddeel kiezen voor werkelijk of forfaitair rendement. De keuze die u maakt, betreft uw totale vermogen.

Wat betekent dit voor u?

De staatssecretaris heeft in een eerste reactie aangegeven dat de arresten en de gevolgen daarvan worden bestudeerd. Hij verwacht hiervoor ongeveer acht weken nodig te hebben. In de tussentijd hoeven belastingplichtigen niets te doen. Zij worden geïnformeerd zodra er meer duidelijk is. Belastingplichtigen voor wie de uitspraak van de Hoge Raad gevolgen heeft, ontvangen een brief van de Belastingdienst.


U kunt alvast het werkelijk rendement van uw box 3-vermogen in kaart brengen. Dan heeft u een indicatie wat aantrekkelijker is voor u: forfaitair of werkelijk rendement. Het bepalen van het werkelijk rendement in box 3 is afhankelijk van uw individuele situatie en kan complex zijn. Op dit moment is nog niet alles duidelijk. In het algemeen geldt dat als er sprake is van een redelijke waardestijging van de obligaties, de kans groot is dat het forfaitair rendement aantrekkelijker is.


Dit is de vierde blog in de serie over box 3. De laatste blog is ‘Box 3-uitspraak Hoge Raad: wat betekent dit voor uw vastgoed in Nederland?’ Lees ook onze eerdere blogs over box 3:


Hoge Raad: box 3 moet uitgaan van werkelijk rendement

Box 3-uitspraak Hoge Raad: wat betekent dit voor u en uw fiscaal partner?

Box 3-uitspraak Hoge Raad: wat betekent dit voor uw beleggingen in een beleggingsfonds? 

Geschreven naar de stand van zaken op 21 juni 2024.

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat de beste keuze voor u is. 

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

06 23 29 75 27

Mail Hanneke Kroonenberg

Alle artikelen van Hanneke Kroonenberg

Volledig gefocust op uw toekomst

Private Banking
  • Kantoren
  • Ondernemers
  • Medici
  • Executives
  • Business Professionals
  • Vermogensregie
  • Filantropie Services
  • Voorwaarden
  • Private Banking - België
  • Private Banking - Zwitserland

PROFESSIONAL SOLUTIONS
Investment Management
INVESTMENT BANKING

© Van Lanschot Kempen NV 2024Over onsVeilig bankierenPrivacy & cookiesDisclaimer